Ultiem speelgoed van miljoenen ijsstokjes
Robert McDonald uit Emmeloord heeft een schip gemaakt van bijna 15 miljoen ijsstokjes. Twee jaar lang priegelde hij met de houtjes en het resultaat mag er zijn. „Nederland is het enige land met een vikingschip gemaakt van ijsstokjes. Het is het ultieme speelgoed".
Met het maken van een levensecht vikingschip van 15 meter lang wil de knutselaar een nieuw wereldrecord vestigen: het grootste varende object ooit, gemaakt van ijsstokjes. De hobbyist wil er bovendien mee naar de Verenigde Staten varen. Dinsdag presenteerde hij zijn Sea Heart Ship in de bouwplaats in Emmeloord. Het schip is bijna klaar en wordt eind mei of begin juni te water gelaten.
Het begon allemaal met het bouwen van scheepjes voor zijn zoontje, dat over een ijshoutje uitgleed. „Hij vroeg of ik iets met het stokje kon doen en zo begon ik met het bouwen van een bootje. Na een aantal bootjes zei de kleine jongen dat het misschien wel een record was". Dat was inderdaad zo, want McDonald schreef het eerste ijsstokjesschiprecord op zijn naam.
Wat volgde, was de bouw van een schaalmodel van het oorlogsschip de Zeven Provinciën in 2000. In 2003 verbrak hij zijn record met de OlaBison, een vikingschip dat ongeveer de helft kleiner is dan zijn jongste recordpoging.
De kapitein stevent nu op een vierde record af met zijn boot van 8 meter hoog, 15 meter lang en 3 meter breed. McDonald wil met het schip op ware grootte meer dan alleen op het water drijven. Hij wil ermee van Urk naar Florida varen, zoals de vikingen dat ongeveer 1500 jaar geleden deden. Hij heeft daarom ook speciale zoutwaterbestendige lijm gebruikt.
Voor de bouw maakte McDonald gebruik van dezelfde technieken als de vikingen. „Maar de planken die ik maak, zijn een stuk flexibeler. Ze breken niet zo snel". McDonald kan in ongeveer vier uur een plank van ijsstokjes in elkaar lijmen. Hij wist bouwkundige tekeningen van een vikingschip te bemachtigen. Daardoor kon volgens hem zelfs een kind het plakwerk doen.
Kinderen waren inderdaad vaak op de bouwplaats te vinden. Soms waren er wel zestig tegelijk, die McDonald meehielpen met het plakken van de stokjes. „Het is een droomproductie geweest", zegt hij, hoewel er een paar vertragingen in de bouw waren. Het werk lag soms stil, doordat McDonald en zijn helpers soms sneller werkten dan er houtjes werden aangeleverd. Overigens verzamelde hij die eerst zelf, nu werden ze geleverd door een ijsfabrikant.
Het project vergde volgens McDonald veel geduld. Er zijn wel momenten geweest dat hij het niet meer zag zitten. „Dan dacht ik: kan ik het wel?" Maar hij ging er gewoon, „een stokje tegelijk", mee door. „Ik heb een hoop respect voor de vikingen gekregen. Alleen hadden zij het geluk dat er toen nog geen ijsstokjes bestonden".