Supermarktoorlog kost 34.000 banen
De supermarktoorlog heeft tot nu toe ongeveer 34.000 banen gekost. Sinds het begin van de prijzenslag in oktober 2003 verloor de levensmiddelensector 1,7 miljard euro aan inkomsten.
Dat blijkt uit onderzoek van directeur L. Sloot van EFMI en J. W. Grievink van Capgemini, gepubliceerd door NRC Handelsblad.
De omzetderving ging voor de helft direct ten koste van de winst van bedrijven in deze sector. De andere 850 miljoen euro werd bespaard op personeel. Volgens de onderzoekers kost een gemiddelde arbeidsplaats 25.000 euro, zodat een simpele rekensom een banenverlies van 34.000 oplevert.
Het banenverlies beperkt zich niet tot supermarkten. Ook fabrikanten zoals Unilever en Campina verlagen de prijzen en snijden in de kosten. Volgens Sloot en Grievink laten supermarkten zich verder minder vaak bevoorraden. Hierdoor verdwijnen er ook arbeidsplaatsen in de logistiek.
Supermarkten hebben sinds oktober 2003 hun prijzen voor boodschappen gemiddeld met 4 procent verlaagd en rekenen de inflatie sinds anderhalf jaar niet door. Consumenten betalen daardoor nu ruim 6 procent minder.
Albert Heijn wil dit jaar nog meer besparen dan vorig jaar. Het verlies aan werkgelegenheid bij fabrikanten neemt dit jaar toe, verwacht Grievink van Capgemini. Leveranciers dachten volgens hem lang dat de prijzenslag van korte duur zou zijn.
Bovendien kan deze industrie niet snel reageren op marktveranderingen. „Je kunt niet even een fabriek sluiten of productielijnen afstoten. Voedingsbedrijven hebben tot nu toe vooral bespaard door bijvoorbeeld minder roomboter in een cake te doen”, zegt Grievink, „of 640 rozijnen in een cake te doen in plaats van 680.”
Niet aanstichter Albert Heijn is overigens de voorlopige winnaar van de prijzenoorlog, maar Dirk van den Broek/Bas van der Heijden. Dirk/Bas won volgens het onderzoek afgelopen jaar 0,6 procent marktaandeel (van 7,4 tot 8 procent), terwijl het grote Albert Heijn een minimale 0,2 procent won en uitkwam op een marktaandeel van 26,9 procent.