Moederdag
Minister Peijs van Verkeer en Waterstaat zou het wel weten. Als ze een man was en in de transportsector werkte, zou ze haar wederhelft op moederdag een roetfilter voor in de dieselauto cadeau geven. Diesels produceren grote hoeveelheden fijn stof en dat is slecht voor milieu en volksgezondheid, zo was vorige week links en rechts in de Tweede Kamer te beluisteren tijdens een commissievergadering over luchtkwaliteit.
VVD-kamerlid De Krom proefde in de woorden van de minister blijkbaar een onderdrukt verlangen om zelf zo’n roetfilter op moederdag te krijgen. De liberaal wilde de minister daarin tegemoetkomen. Als de bewindsvrouw haar kritiek terugnam dat de VVD wetgeving over schone lucht vertraagt, kon ze een cadeautje voor moederdag tegemoet zien.
De Krom had het echter helemaal fout gezien. Een bitse Peijs: „Ik heb geen roetfilter nodig, want ik rijd niet in een diesel en bovendien wil ik van u helemaal geen cadeautje op moederdag hebben.” De Krom was enigszins verbouwereerd door de hilariteit die daarna ontstond. Toch bleef hij bij zijn eis tot excuus. Desnoods zonder moederdagcadeautje.
Minister Peijs had echter weinig trek in het maken van publieke excuses. Met een grote omhaal van woorden legde ze haar beleid nog eens uit. De Krom maakte -ten onrechte- uit de woorden van de minister „een omfloerst excuus” op en daarop gaf hij zijn steun aan het gevoerde beleid.
Dat laatste stemde Peijs natuurlijk erg tevreden. „Nog even mijnheer De Krom en u krijgt van mij een cadeautje voor moederdag.”
Hoofddoekjes
Wat zou de SGP voor actie ondernemen tegen islamitische vrouwen in overheidsdienst die een hoofddoekje dragen? Die vraag kreeg SGP-kamerlid Van der Staaij vorige week voorgelegd tijdens de vierde en laatste Bavinck-lezing, een initiatief van het Nederlands Dagblad en de Vrije Universiteit. De vraag was bedoeld als een soort lakmoesproef voor de SGP om te bezien of de partij wel ruimte zou bieden voor andersdenkenden. „Als er een verbod zou komen, zou de ChristenUnie in ieder geval tegen stemmen”, zo wist de vragensteller zeker.
Van der Staaij ook, zo bleek uit zijn antwoord. „Als je in overheidsdienst bent, en je moet een uniform dragen, dan is het dragen van een hoofddoekje niet passend. In andere overheidsfuncties heb ik er geen moeite mee. Het dragen van een hoofddoekje is niet in strijd met welke regel dan ook.”
Om de spanning in de zaal wat te breken, voegde hij eraan toe: „Ik maak me eerder zorgen over een tekort aan kleding dan over een teveel aan kleding.”
GV
Jakobus
Tijdens een spoeddebat over softdrugs pleitte SP-kamerlid Van Velzen vorige week bij minister Donner van Justitie voor een lobby onder zijn Europese collega’s om hen warm te maken voor het Nederlandse gedoogbeleid. Dat vond de bewindsman een goed idee - maar niet heus. Hij kent zijn pappenheimers. Ze zien hem al komen. Als zijn collega’s hem al willen ontvangen, is het met opgestroopte mouwen. Voor het Nederlandse beleid bestaat namelijk bitter weinig sympathie. Te soft, zeg maar.
Toch gaf Donner het kamerlid niet meteen nul op haar rekest. Hij wilde wel samen met de SP een rondje Europa doen als hij eerst met Van Velzen op campagne zou mogen voor aanvaarding van de EU-grondwet. Wetend dat de SP faliekant tegen de grondwet is, leek het antwoord voorspelbaar.
Van Velzen bleek echter wel wat in het voorstel te zien en vatte het zelfs op als een wat frivool aanzoek. Oké, was haar reactie maar dan wel op voorwaarde „dat wij dan drie kinderen nemen en een Fiat Panda.”
Er volgde een typisch donneriaans antwoord. „Ik behoor nog tot de generatie: wij namen geen kinderen, wij kregen ze.” Die kanttekening hield naar zijn zeggen verband met de „conditio sancta Jacobi” oftewel de bekende voorwaarde van de apostel Jakobus. Dat ging het SP-kamerlid duidelijk boven de pet.
JvK
Signeersessie
„Er heeft zich een onrustig gevoel van Nederland meester gemaakt”, zei AIVD-topman Van Hulst vorige week. Kamerlid Geert Wilders kan ervan meepraten. Hij schreef een nieuw boek -”Kies voor vrijheid”- dat zijn uitgever slechts anoniem wilde drukken. Een Amsterdamse boekhandel besloot een signeersessie op het allerlaatste moment af te zeggen, uit angst voor represailles.
Gelukkig vond Wilders begin vorige week in Den Haag alsnog een boekhandel die wel de moed had tot een publieke presentatie van boek en auteur. Het kwam eigenaar Paagman meteen op een dreigbrief te staan. Toen bleek dat de politie daarin geen reden zag om de bijeenkomst af te gelasten, kon de signeersessie donderdag eindelijk doorgaan.
Boekhandel Paagman stond vol. Allereerst met veiligheidsmensen om de gevreesde represailles te voorkomen. Vervolgens met journalisten, allemaal uit op een relletje en daarom dol op Wilders en zijn onthullende schrijfsels. Ten slotte was er het publiek. En wel rijen dik. Geen radicalisten, wel veel fans, van wie sommigen helemaal uit Limburg.
„Er zijn nog 200 wachtenden voor u”, grapte een belangstellende ergens achteraan. De mooiste woorden voor Wilders kwamen van de plat-Haagse mediapersoonlijkheid Henk Bres: „Ik ben nu op het punt dat ik zeg: ik steun die gozer. Hij is van ons, van het gewone volk.”
PvO
Agenda
De Tweede Kamer is deze en volgende week met reces.