Dat meldde de actualiteitenrubriek NOVA vrijdagavond op basis van een peiling van Interview NSS. Het referendum heeft in Nederland plaats op 1 juni.

De animo om naar de stembus te gaan, blijft laag. Net als een week eerder geeft 63 procent van de geënquêteerden aan dat ze niet gaan stemmen. Van de mensen die aangeven dat ze wel gaan stemmen, heeft 38 procent zijn standpunt nog niet bepaald. Deze groep vormt volgens de onderzoekers de belangrijkste bepalende factor voor de uiteindelijke uitslag.

Premier Balkenende riep vrijdag politieke partijen en maatschappelijke organisaties in Nederland op „kleur te bekennen en een signaal te geven” over de Europese grondwet.

De premier prees vrijdag in zijn wekelijkse persconferentie na de ministerraad de regeringspartijen CDA, VVD en D66. Ook PvdA-leider Bos zal morgen tijdens zijn 1-mei-speech een betoog houden voor de grondwet. „Dat zijn goede dingen”, aldus de premier.

Volgens Balkenende is er „een hoop beeldvorming en gedoe” rond de grondwet voor de Europese Unie. Hij zei ervan overtuigd te zijn dat als mensen meer weten over de inhoud van de grondwet, de animo om te gaan stemmen in het referendum toeneemt en ze bovendien dan eerder voor zullen stemmen.

Balkenende zei dat de voorstemmers in veel traditionele opiniepeilingen aan kop gaan. Andere peilingen zijn volgens hem minder representatief, zoals eerder deze week in het televisieprogramma Barend en Van Dorp waarin 19 procent voor de grondwet stemde en 81 procent tegen.

Voor 85 procent van de burgers van de Europese Unie heeft milieubeleid evenveel prioriteit als economisch en sociaal beleid.

Dat bleek vrijdag uit een enquête, de zogenaamde Eurobarometer, onder inwoners van de EU over het milieu.

Het onderzoek meldt verder dat 33 procent van de ondervraagde burgers vindt dat de EU de effectiefste instantie is om beslissingen te nemen over het milieu; in Nederland is dat 54 procent. De grootste zorg bestaat er over watervervuiling, door de mens veroorzaakte milieurampen en klimaatverandering, allen rond de 45 procent.

Opvallend detail is dat in de oude EU-lidstaten de klimaatverandering als groter probleem wordt gezien dan in de tien nieuwe landen. De vijftien oude landen hebben het onderwerp met stip op nummer één staan van de zorgenlijst, terwijl het bij de nieuwelingen pas op de zevende plaats komt.

Het was de eerste EU-milieu-enquête sinds de uitbreiding van de Unie een jaar geleden. Per land zijn zo’n duizend inwoners ondervraagd.