Beleggers en Dexia danken Duisenberg
Wim Duisenberg geniet al een poosje van zijn pensioen. Als de reputatie van de financiële sector in het geding is, treedt de voormalig centralebankpresident echter weer op de voorgrond. Vastberaden brengt hij Dexia en gedupeerde beleggers bij elkaar. Daarom klonk het vrijdag eensgezind: „Dank aan Duisenberg.”
Een langzame tred en een licht gebogen rug verraden de ouderdom van Duisenberg als hij de zaal van het Amsterdamse Hiltonhotel binnenstapt. Zelfs de karakteristieke haardos van de 69-jarige Fries wordt dunner.
Hij voelde er een paar maanden geleden niets voor om te bemiddelen tussen Dexia en gedupeerde beleggers in aandelenleaseproducten. „Hoe moet ik overeenstemming bereiken tussen 500.000 beleggers en Dexia?”, zo luidde zijn vraag.
Als de huidige president van De Nederlandsche Bank Nout Wellink hem echter vertelt dat de reputatie van de Nederlandse financiële sector in gevaar is, stemt Duisenberg toch in. Hij wil jarenlang gesteggel voor de rechtbank voorkomen.
Succes is niet gegarandeerd. Een eerdere poging van oud-ombudsman M. Oosting strandt. Duisenberg begint laconiek aan de klus. „Als de poging niet slaagt, lijd ik reputatieschade. Dat kan ik er nog wel bij hebben tijdens mijn pensionering.”
Vele gesprekken volgen, soms wel drie in de week. Aan tafel zitten de stichtingen Leaseverlies en Eegalease, die samen 100.000 beleggers vertegenwoordigen. Verder schuiven de Consumentenbond en de Vereniging voor Effectenbezitters regelmatig aan. Belangrijkste gesprekspartner is echter bestuursvoorzitter D. Bruneel van Dexia Bank Nederland.
Na twee maanden praten ligt er een voorstel op hoofdlijnen, dat gisteren werd gepresenteerd.
Als meer dan de helft van de achterban van de stichtingen instemt met de schikking, kan de regeling eind juni in gang worden gezet. Woordvoerder J. Lemstra van de stichtingen Leaseverlies en Eegalease verwacht een duidelijke meerderheid. „Mensen vertellen mij dat ze het na drie jaar zat zijn. Ze willen een einde aan de juridische rompslomp en de slopende onzekerheid.”
Om die reden scharen ook P. P. de Vries van de VEB en W. Koole van de Consumentenbond zich achter het voorstel. Ze zien het als een oplossing voor veel financiële en persoonlijke problemen. En iedere keer klinkt weer die zinsnede: „Dank aan Duisenberg.”
Zelfs Dexia-topman Bruneel neemt deze woorden in de mond. „Duisenberg heeft me op het hart gedrukt niet teveel reclame te maken. Hij wil geen nieuwe carrière beginnen.” Om die reden is Duisenberg niet van plan om gesprekken te voeren met andere verkopers van beleggingen met geleend geld. Hij hoopt dat andere ondernemingen zich aansluiten.
De bestuursvoorzitter van Dexia is blij dat het einde van deze slepende affaire in zicht is. „We gaan op dit voorstel in omdat ik graag weer wil bankieren.” Volgens Bruneel komt iedereen in aanmerking voor de regeling, een lidmaatschap van een belangenorganisatie is niet nodig. De bank gaat zelf mensen benaderen. Tot die tijd vinden gedupeerden informatie op de website www.dexialease.nl.
Op dit moment staat nog ongeveer 610 miljoen euro restschuld in de boeken van het concern. De hele affaire kost Dexia inmiddels een slordige 1 miljard euro.
Duisenberg kan de schuldvraag niet beantwoorden. „Ik kan niemand aanwijzen. Het begon natuurlijk allemaal met de producten van Labouchere, de bank die Dexia in 2000 overnam. Dat kun je Dexia niet aanrekenen. Als de beurs niet was gekelderd, was er geen probleem geweest. Nu zitten we me de gebakken peren die we moeten opeten.”
„Het is een dure les geweest”, concludeert Koole van de Consumentenbond. „Bedrijven moeten niet op een te creatieve en commerciële manier producten in de markt zetten. Consumenten moeten op hun beurt niet ondoordacht beleggingscontracten afsluiten.” Of, in de woorden van VEB-directeur De Vries: „Geloof niet in gouden bergen.”