Overeenstemming over advies kilometerheffing
Een advies over invoering van een kilometerheffing is zo goed als klaar. De werkgroep die onder leiding van oud-ANWB-directeur P. Nouwen het advies uitwerkt, heeft naar zijn zeggen vrijdag „overeenstemming op hoofdlijnen" bereikt.
Het rapport, dat bestemd is voor minister Peijs (Verkeer), vereist nog enkele berekeningen door het Centraal Planbureau (CPB), aldus Nouwen. Over twee weken denkt hij het lijvige stuk aan de minister te kunnen overhandigen.
De afgelopen dagen lekten onderdelen van een mogelijk akkoord uit. Zo zou in een eerste fase tol worden geheven rond de vier grote steden en andere knelpunten zoals Eindhoven en Den Bosch. In een tweede fase zou er een landelijke heffing of tarief komen.
Volgens ingewijden werd nog getwist over de termijnen waarop de plannen zouden moeten worden ingevoerd en over de bestemming van de opbrengst.
In Nouwens werkgroep, officieel Platform Anders Betalen voor Mobiliteit, zitten gemeenten, werkgevers, vakbonden, werkgeversorganisatie en de milieubeweging. Peijs wilde een zo breed mogelijke steun voor een andere manier van betalen voor autorijden. Niet het bezit van de auto maar het gebruik zou moeten worden aangepakt, om te proberen de groeiende files en ook de vuile lucht te bestrijden. De huidige vaste lasten zoals wegen- en aanschafbelasting (BPM) kunnen dan (deels) vervallen.
De bewindsvrouw wilde de zaak voorbereiden voor een volgend kabinet, maar de Tweede Kamer wil deze kabinetsperiode al met invoering beginnen. Volgens Peijs is een heffing het meest eerlijke systeem, maar is dat technisch gezien pas in 2014 betrouwbaar genoeg om te gebruiken. In Duitsland zorgden technische problemen voor maanden uitstel van de invoering van een tolheffing voor vrachtwagens. Volgens verladersorganisatie EVO is dat Duitse systeem, dat sinds 1 januari werkt met elektronische kastjes in de trucks, peperduur: 20 procent van de tolopbrengst gaat daarheen.