Oppositie Zimbabwe blijft vechten voor vrijheid
Het moet afgelopen zijn met het dictatoriale bewind van de Zimbabwaanse president Robert Mugabe. Dat proberen oppositiegroepen in het land de laatste weken op vele manieren duidelijk te maken. Het laten horen van een tegengeluid is echter niet zonder gevaar.
Zou hij zich de kritiek op zijn beleid dan toch enigszins aantrekken? Die gedachte moet -misschien maar even- door menig hoofd geschoten zijn toen Mugabe afgelopen weekend duidelijk maakte over drie jaar terug te willen treden. Nog maar een paar weken geleden had hij omstandig duidelijk gemaakt tot zijn honderdste te willen doorregeren en dat was niet zomaar een ironische opmerking.
Van toegeeflijkheid tegenover de oppositie blijkt echter beslist geen sprake. Op de vraag van The Jakarta Post hoe Mugabe de toekomst van Zimbabwe ziet zonder zichzelf, antwoordde de 81-jarige president resoluut: „Zimbabwe zal altijd een Mugabe hebben, zowel nu als in de toekomst.” Met andere woorden: de huidige lijn is de enige politiek waar Zimbabwe wel bij vaart.
Oppositionele groeperingen denken daar echter beslist anders over. Het is de laatste jaren hollend achteruitgegaan met Zimbabwe. Niet minder dan 2,3 miljoen mensen leven momenteel onder het bestaansminimum, en dat terwijl Zimbabwe jarenlang een van de veelbelovendste economieën van Afrika was. Het land heette niet voor niets „de graanschuur van Afrika.”
De Afrikaanse staat is nu echter terug bij de situatie van 1970. Zeventig procent van de bevolking is werkloos. De regerende partij ZANU-PF ontkent in alle toonaarden dat Zimbabwe voedselhulp van buiten nodig heeft. Zelf geeft de partij ondertussen enkel voedsel aan loyale partijaanhangers. De regering snoert critici de mond.
Ondanks dit reactionaire beleid van de regering kraakten verschillende groeperingen de afgelopen week echter kritische noten over Mugabes beleid. Het Zimbabwaanse Media Juristen Netwerk bracht woensdag een verklaring naar buiten waarin het opriep tot meer persvrijheid. Een groep van 21 juristen, journalisten en mensenrechtenactivisten verklaarde niet te zullen rusten voordat de omstreden perswetten van de afgelopen jaren teruggedraaid of gewijzigd zijn. De overheid perkt via allerlei restricties zoals een verplichte accreditatie voor journalisten de persvrijheid steeds verder in. In 2003 verbood de regering de oppositionele krant The Daily News.
Ook was er kritiek te horen van de kant van de Zimbabwaanse Juristen voor Mensenrechten (ZLHR) en de politieke wetenschappers Eldred Masunungure en Greg Linington van de universiteit van Zimbabwe. In de regeringskritische zondagskrant The Zimbabwe Standard haalden de politicologen, overigens niet voor het eerst, fel uit naar het mensenrechtenbeleid in hun land.
Volgens Masunungure is de aandacht voor de mensenrechten nog nooit bevredigend geweest, maar is de situatie sinds de verkiezingen van 2000 in versneld tempo verslechterd. Masunungure verklaart die achteruitgang voornamelijk uit de opkomst van de oppositiepartij MDC, die de regering via repressie onder de duim wil houden. Aan de wet laat de overheid zich daarbij weinig gelegen liggen.
Voorzitter Arnold Tsunga van de ZLHR denkt dat de weinige oppositie tegen mensenrechtenschendingen te maken heeft met een langdurige vreugde over de onafhankelijkheid. „We zijn lange tijd zo opgewonden geweest over onze onafhankelijkheid dat we de kritieke signalen van een totalitair regime te veel over het hoofd hebben gezien.”
De regering-Mugabe maakte de afgelopen week ook duidelijk dat ze niet zit te wachten op deze oppositionele geluiden. Het regeringsgetrouwe dagblad The Herald berichtte dat de politie de voorman van de Nationaal Constitutionele Vergadering (NCA), Lovemore Madhuku, gaat vervolgen vanwege een kritisch evaluatierapport over het verloop van de laatste verkiezingen.
De NCA, een coalitie van kerken, mensenrechtenorganisaties en pro-democratische groeperingen, bracht in februari een rapport uit waarin de organisatie hevige beschuldigen uitte over het functioneren van de politie in de aanloop van de verkiezingen. De politie zou volgens het rapport gebruikmaken van geweld, seksueel misbruik en onwettelijke arrestaties. „Madhuku zal ongetwijfeld verder gaan met het verspreiden van leugens. Wanneer een misdaad eenmaal is begaan, heeft de schuldige niet langer controle over dat incident. Het is aan ons om dat te voorkomen”, verklaarde een politiewoordvoerder de vervolging van Madhuku. De politie zegt Madhuku tot 24 maart de tijd te hebben gegeven om de beschuldigen in het rapport met bewijzen te staven, maar dat hij dit niet heeft gedaan.
Twee journalisten van The Zimbabwe Standard kregen eveneens te horen dat zij met een kritisch artikel over het verloop van de verkiezingen de perswetten overtraden en daarom in staat van beschuldiging zijn gesteld. De oppositie laat zich echter niet meer terugschrikken: Er is geen respijt meer, verklaarde ZLHR-voorzitter Tsunga.