Unilever verliest zaak tegen Albert Heijn
Albert Heijn kan de meeste verpakkingen van zijn huismerken die onder vuur lagen van Unilever, handhaven. De rechtbank in Arnhem bepaalde donderdag dat de supermarktketen met twee van de dertien verpakkingen inbreuk heeft gepleegd op het merkenrecht. De onderneming moet de verkoop van die producten, pindakaas met blauwe dop en margarine voor op brood, staken.
De rechter meent dat er geen sprake is van een onrechtmatige daad van Albert Heijn. Volgens de rechtbank is niet duidelijk geworden dat de supermarktketen stelselmatig de producten van zijn leverancier kopieert. Ook de aantijging van Unilever dat de Ahold-dochter een wanprestatie heeft geleverd, is verworpen.
Albert Heijn moet de twee huismerken die te veel lijken op vergelijkbare producten van Unilever binnen vier weken uit de schappen verwijderen. Haalt Albert Heijn de pindakaas en margarine niet tijdig terug, dan moet de supermarktketen een dwangsom van maximaal 2 miljoen euro betalen. Albert Heijn stelt dat voor de pindakaas al een andere verpakking is bedacht.
De elf andere huismerken waar Unilever over viel, mogen gewoon in de winkels blijven liggen. De rechter concludeerde dat Albert Heijn met het ontwerp van deze verpakkingen „de grenzen van het toelaatbare heeft opgezocht”, maar daar niet overheen is gegaan. De rechter merkte ook op dat concurrenten van Unilever soortgelijke verpakkingen gebruiken.
Volgens de rechtbank is meer onderzoek nodig om een definitieve conclusie over inbreuk op merkenrechten te trekken. Hij stelde dat Unilever daarvoor een bodemprocedure moet voeren.
Unilever verklaarde in een reactie de uitspraak te willen aanvechten. Het voedings- en wasmiddelenconcern blijft erbij dat de dertien verpakkingen van AH-huismerken voor pindakaas, margarines, vloeibare bak- en braadproducten en ijsthee, te veel lijken op zijn A-merken. „We hadden meer verwacht van de rechter. Er is meer huiswerk nodig. Een inbreuk op het merkenrecht is moeilijk aan te tonen”, meent marketingdirecteur M. Goedhart.
Volgens de Unilever-directeur heeft de gang naar de rechter geen effect op de relatie tussen beide partijen. Ook Albert Heijn stelt dat de juridische strijd de zakelijke relatie niet heeft verstoord. „Wij verkopen natuurlijk veel A-merken.”
Hij noemde de uitspraak vooral een overwinning voor de klanten van AH.
De uitspraak wordt in de branche verschillend beoordeeld. Het is een zwarte dag voor fabrikanten van A-merken, vindt supermarktdeskundige G. Rutte. „Dat Albert Heijn zomaar A-merken kan kopiëren leidt tot verwarring bij de consument.”
Rutte denkt dat de relatie tussen supermarkten en A-merkfabrikanten naar aanleiding van de uitspraak verder zal verharden. „Waar blijf je met je merk als een supermarkt het ongestraft kan namaken? De macht van de supermarkten groeit hierdoor sterk.”
Kist, partner bij het merkenbureau Shield Mark in Amsterdam, noemt de uitspraak van de rechter „in het algemeen een nederlaag voor het A-merk. Fabrikanten steken miljoenen euro’s in de ontwikkeling en marketing van nieuwe producten. Nu kunnen anderen heel dicht in de buurt van zo’n product komen. Ik had niet verwacht dat zo veel huismerken in de schappen mogen blijven.”
Retailanalist B. Keizer van adviesbureau CapGemini vindt de uitspraak niet zo verassend. „Albert Heijn profileert zich steeds meer als een merk en daar horen goede producten bij. Dat zorgt ervoor dat fabrikanten van A-merken onder druk komen te staan.”