De voorzitter van het OKB, Jennifer van Dijk-Silos, besprak de zaak donderdagavond met het staatshoofd. Het resultaat van het gesprek is nog niet bekend.

Van Dijk bevestigde voor het gesprek dat het OKB verontrust is en onderzoek doet naar de kiezerslijsten. „Wij hebben als land dat bekendstaat om zijn eerlijke verkiezingen alle baat bij goede kiezerslijsten.” De taak van het OKB is toezicht te houden op de verkiezingen en de uitslag bindend te verklaren.

Het aantal kiesgerechtigden is tot nu toe niet exact vastgesteld. Dit had al ongeveer een maand geleden het geval moeten zijn. Er wordt bij de afgifte van oproepkaarten gewerkt met een voorlopig aantal kiesgerechtigden van bijna 334.000. Dit aantal ligt 67.000 hoger dan bij de verkiezingen van het jaar 2000. De minister van Binnenlandse Zaken, Urmilla Joella-Sewnundun, zegt dat de toename voornamelijk toe te schrijven is aan de groep nieuwe stemgerechtigden, ruim 55.000, die in de jaren tachtig geboren zijn.

Organisaties die wereldwijd technische ondersteuning bieden bij verkiezingen hield de minister buiten de deur. Haar ministerie heeft namens de regering de administratieve en technische organisatie van de stembusgang in handen.

Er komen steeds meer vreemde zaken aan het licht. Zo zijn er gevallen bekend van oproepkaarten aan kleuters, overleden personen en buitenlanders om op 25 mei naar de stembus te gaan. Een districtscommissaris zegt dat ongeveer 8 procent van de 17.000 oproepkaarten in zijn bestuursgebied onterecht is verstrekt. Voor de tien kiesdistricten wordt dit aantal op 45.000 geschat.

Minister Joella-Sewnundun doet de verontrustende berichten af als „politieke propaganda.” Ze houdt het erop dat politieke leiders en anderen „ongefundeerde uitspraken over mogelijke fraude” doen. De bewindsvrouw geeft toe dat er talrijke fouten voorkomen in het systeem, maar zegt dat er procedures zijn ingebouwd om onvolkomenheden te ondervangen. Het OKB is door de uitspraken van de minister geenszins gerustgesteld.