Politie wil vaker landelijk opereren vanuit regionaal bestel
De Nederlandse politie wil, met behoud van het huidige regionale bestel, vaker landelijk opereren. Problemen als internationaal terrorisme, georganiseerde criminaliteit en conflict– en crisisbeheersing vragen om zo’n aanpak. Ook komt er een landelijke standaard voor zaken als ICT, informatie, facilitaire, financiële en personele onderdelen. Maar het politiewerk moet vooral ingebed blijven in de lokale samenleving.
Dat zeggen het Korpsbeheerdersberaad en de Raad van Hoofdcommissarissen in een gezamenlijke visie op de toekomst van het Nederlandse politiebestel. Beide instanties vinden dat het huidige politiebestel – 25 regionale korpsen en het Korps Landelijke Politiediensten – goed functioneert, zeker als het motto ’veiligheid begint lokaal’ als uitgangspunt wordt genomen.
Maar bij de aanpak van bovenregionale en nationale problemen is dit uitgangspunt niet toereikend. Het leidt tot problemen bij opsporing en uitwisseling van informatie. „ Wij willen echter geen totale reorganisatie", zei de voorzitter van het Korpsbeheerdersberaad, de Amsterdamse burgemeester J. Cohen, donderdag. „Dat leidt af van de hoofdzaak en dat is de toenemende veiligheid. Laten we vooral niet het kind met het badwater weggooien. Als het goed functioneert, waarom zou je het dan anders doen? Maar ons voorstel is niet: hou alles bij het oude".
Korpschef B. Visser, voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen, benadrukte het functioneren van de politie in het huidige bestel. Zowel de criminaliteitscijfers als die van de politieprestaties gaan de laatste jaren de goede kant op. Ook zei Visser dat een inbedding in de lokale samenleving van groot belang is bij landelijke „dossiers" als terrorismebestrijding.
Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) kiest „uitdrukkelijk" voor het uitgangspunt van een lokale inbedding en aansturing van de politie. De ontwikkeling naar een meer centraal aangestuurde politie baart gemeenten zorgen, aldus de VNG donderdag.
Inmiddels hebben de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken de bevoegdheid om landelijke thema’s aan te wijzen die bindend zijn voor alle korpsen. De Tweede Kamer moet zich nog uitspreken over een wetsvoorstel, waarin beide politieministers nog meer zeggenschap krijgen over de activiteiten van de politie. Op verzoek van het kabinet voert een stuurgroep momenteel een evaluatie uit van het gehele politiebestel. De uitkomsten daarvan worden voor 1 juli verwacht.
De afgelopen jaren zijn er al ontwikkelingen op gang gekomen in de richting van landelijke en bovenregionale samenwerking. Zo zijn de vroegere kernteams samengevoegd tot de nationale recherche, zijn er bovenregionale recherche–, fraude– en milieuteams opgericht en worden internationale rechtshulpverzoeken centraal afgehandeld. Ook bij het EK 2000 en de invoering van de euro ging de politie op landelijk niveau te werk. De korpsbeheerders en hoofdcommissarissen willen de „gebiedsgebonden en functionele inzet" als basis voor de politiezorg blijven zien. Als uiterst vorm van samenwerking zien zij samenvoeging van regio’s, maar dat kan alleen op verzoek van betrokken regionale colleges van burgemeesters.
De politiebazen roepen de politieke partijen op om „het concern Politie Nederland" met zelfstandige korpsen de kans te geven zich door te ontwikkelen en tot verdere verbeteringen te komen. Zij verwijzen daarbij naar de effectiviteit van zogeheten franchisewinkels in het bedrijfsleven. Daar is de ondernemer zelf eigenaar maar tegelijkertijd aangesloten bij een centrale. Dergelijke winkels presteren beter qua omzet, winst en klanttevredenheid.
Minister Remkes van Binnenlandse Zaken laat weten de evaluatie van de stuurgroep af te wachten voordat hij reageert op de ideeëen van de politie en de korpsbeheerders. Daarna zal het kabinet een standpunt bepalen over het politiebestel. Het is volgens Remkes de bedoeling dat dit standpunt voor Prinsjesdag naar de Tweede Kamer gaat.