EU beslecht rivaliteit over mensenrechten
De Europese Unie en de Raad van Europa moeten stoppen met hun „belachelijke rivaliteit" over mensenrechten. Premier Juncker van huidig EU-voorzitter Luxemburg heeft dat woensdag gezegd tegen voorzitter René van der Linden van de Raad van Europa in Straatsburg.
Van der Linden had om de betere samenwerking gevraagd. Beide instanties komen op voor mensenrechten en democratie in Europa en omgeving. Vertegenwoordigers van de twee organisaties, beide met het EU-symbool van twaalf sterretjes, beoordelen bijvoorbeeld of verkiezingen wel vrij en democratisch verlopen.
Naar verwachting sluiten de EU en de Raad van Europa half mei in Warschau een overeenkomst over een taakverdeling en samenwerking. „Bijvoorbeeld over de Balkan en andere buurlanden kunnen we de kennis van de Raad van Europa gebruiken", zei premier Juncker namens de EU.
De Raad van Europa houdt zich vooral bezig met mensenrechten, democratie en rechtsstaat. Bij de organisatie in Straatsburg zijn meer landen aangesloten dan bij de EU, zodat het vaak meer informatie heeft over bepaalde landen. De Raad, een voorloper van de EEG en de huidige Europese Unie, is vooral bekend door het Europese Hof van de Rechten van de Mens.
Voorzitter Van der Linden had de verbeterde samenwerking in januari als een van zijn doelen gesteld. „Ik zie het zelf niet als rivaliteit", zei hij. „Maar we moeten voorkomen dat de EU, omdat ze nu eenmaal meer geld heeft, taken overneemt van een goeddraaiende organisatie als de onze".
Door de machtstrijd over mensenrechten dreigde veel dubbel werk. Zo gaat de EU een eigen agentschap opzeten voor mensenrechten. Dat kan ertoe leiden dat de EU mensenrechten anders uitlegt dan de Raad van Europa. „Dat moeten we uiteraard zien te voorkomen", aldus Van der Linden.