Allochtoon en crimineel
De meeste mensen zal het niet verrast hebben. Allochtonen vaker crimineel dan autochtonen? Het aantal allochtonen dat door de politie als verdachte wordt aangemerkt, ruim twee keer zo groot als hun aandeel in de bevolking doet vermoeden? Dat wisten we al. Daar hadden we het rapport van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) niet voor nodig. Wie slechts één keer in een gevangenis kwam, kon het met eigen ogen zien. Om met LPF-kamerlid Eerdmans te spreken: Deze feiten kent iedereen, tenzij hij twintig jaar op de Noordpool heeft gezeten.Maar een rapport dat niet verrassend is, kan toch nuttig zijn. Wat beleidsmakers, vooral uit linkse hoek, jarenlang ontkenden of bagatelliseerden, staat nu -om in de terminologie te blijven- zwart op wit. Werd decennialang door de politieke en culturele elite aangevoerd dat er geen echt wetenschappelijke bewijzen waren voor de stelling dat allochtonen vaker crimineel zijn dan autochtonen, nu heeft een wetenschappelijk instituut van het ministerie van Justitie de harde cijfers op een rij gezet.
Dat is een groot winstpunt, want het ontkennen van de werkelijkheid lost geen enkel probleem op. Heel belangrijk daarbij is dat in het recente onderzoek allochtonen van de tweede generatie ook als zodanig te herkennen zijn. Het doet sterk aan het gedrag van een struisvogel denken als we -zoals eerder wel gebeurde- allochtonen van de tweede generatie niet apart registreren maar simpelweg als Nederlanders aanmerken, zodat de cijfers over allochtone criminaliteit ontoelaatbaar geflatteerd raken. Daar schiet niemand iets mee op.
Nu we over een eerlijk rapport beschikken, kunnen we als samenleving in elk geval twee lessen trekken. De eerste heeft betrekking op het verleden. Als we zien hoe we momenteel op allerlei wijzen tobben met de multiculturele samenleving, mogen we ons afvragen hoe slim het is geweest in de jaren zestig en zeventig zo veel niet-westerse allochtonen als gastarbeider ons land binnen te halen. De commissie-Blok heeft het twee jaar geleden al aangegeven: zelfs als je het alleen economisch bekijkt, zou de conclusie wel eens kunnen luiden dat de gastarbeiders ons meer hebben gekost dan opgeleverd. De cijfers over criminaliteit bevestigen die stelling. Want politie-inzet, gevangenissen en heropvoedingskampen kosten geld, veel geld.
Maar dan hebben we het nog slechts over de financiële kant van de zaak en laten we de andere ’zegeningen’ van de multiculturele samenleving nog rusten.
Een tweede les heeft betrekking op het heden en op de toekomst. Voor wie er nog aan mocht twijfelen: het afremmen van immigratie (denk aan de importbruiden uit Marokko en Turkije) en het bevorderen van integratie moeten in het beleid de hoogste prioriteit blijven houden. Of dat er ooit toe zal leiden dat er in de gevangenissen niet meer allochtonen zullen zitten dan autochtonen, is de vraag. Maar het is wel aannemelijk dat door scholing en door verbetering van de sociale positie van allochtonen hun aandeel in de criminaliteitscijfers zal dalen. Daarop moet door het kabinet, behalve op het hard bestraffen van de misdaad, zwaar worden ingezet.