Al-Qaida maakte al in 1997 opnamen van het WTC
In Madrid is afgelopen vrijdag het grote proces tegen 24 al-Qaida-verdachten begonnen. Van een van hen, Ghasoub al-Abrash Ghalyoun, is bekend dat hij al in 1997 uitgebreide video-opnamen maakte van de Twin Towers, een van de doelwitten van de 11-septemberaanslagen.
De hoofdverdachte tijdens het proces is de Syriër Imad Eddin Barakat Yarkas alias ”Abu Dahdah”. Hij wordt ervan verdacht een belangrijke rol te hebben gespeeld bij de voorbereidingen van de aanslagen van 11 september 2001 in Amerika. Ook zou hij de leider van een al-Qaida-cel in Spanje zijn geweest. Een andere interessante verdachte is Ghasoub al-Abrash Ghalyoun alias ”Abu Musab”. Hij maakte in 1997 uitgebreide video-opnamen van de New Yorkse Twin Towers, een van de doelwitten van de aanslagen van 11 september.
Deze Ghalyoun was, net als Barakat Yarkas, een in Spanje woonachtige Syriër en lid van de Syrische tak van de Moslimbroederschap. Hij reisde, mogelijk in opdracht van zijn vriend Abu Dahdah, in augustus 1997 naar Amerika waar hij in New York video-opnamen maakte van onder meer het vrijheidsbeeld, het Empire State Buiding, de Brooklyn Bridge en de hoge Twin Towers van het World Trade Center. Aan het filmen van die Twin Towers besteedde Ghalyoun veel aandacht. Het gebeurde vanuit verschillende hoeken en locaties in de stad. Een van de WTC-torens werd gefilmd vanaf een hoge verdieping van een gebouw.
Op 9 januari 1998, vier maanden nadat deze doelwitten waren gefilmd, reisde een zekere Mohammed Bahaiah (”Abu Khaled”) naar Spanje. Op het vliegveld werd hij opgehaald door Barakat Yarkas, logeerde in diens huis in Madrid en reisde vervolgens door naar Granada, waar hij verbleef in het huis van Taysir Alouni Kate, een Syrische vriend van Abu Dahdah. Taysir Alouni was toen werkzaam als tolk voor het Spaanse persbureau EFE.
In 2000 werd hij correspondent in Afghanistan van de Arabische nieuwszender Al-Jazeera. In oktober 2001 -een maand na de aanslagen van 11 september- zou hij een geruchtmakend exclusief interview met Osama bin Laden hebben. Alouni staat ook in Madrid terecht. Hij zou banden met al-Qaida hebben, maar de voormalige sterverslaggever van Al- Jazeera ontkent dit ten stelligste.
Vanuit Granada vertrok Bahaiah naar Castillon de la Plana voor een ontmoeting met Mohammed Khair al-Saqqa (”Abu al-Darda”), net als Ghalyoun lid van de Syrische Moslimbroederschap. Al-Saqqa overhandigde hem kopieën of originelen van de videobanden die hij van Ghalyoun gekregen had en waarop de Amerikaanse doelen stonden.
Op 9 februari 1998 reisde Bahaiah met deze videobanden via Istanbul naar Afghanistan, waar hij ze aan Osama bin Laden of een van diens naaste medewerkers overhandigde. De video- opnamen van het WTC werden later door al-Qaida gebruikt om de aanslagen van 11 september voor te bereiden.
Bahaiah was, zo bleek, Bin Ladens persoonlijke koerier die voortdurend tussen Europa en Afghanistan op en neer reisde. Hij kende ook Taysir Alouni heel goed. Zo zorgde Alouni ervoor dat Bahaiah in 1998 een permanente verblijfsvergunning in Spanje kreeg. De Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzon ziet Bahaiah als „een man die deel uitmaakte van de infrastructuur van Osama bin Laden in Europa” en, zo meldt Garzon, „Alouni was daarvan volledig op de hoogte.”
Alouni maakte volgens hem deel uit van de in Spanje opererende, door geleide Abu Dahdah al-Qaida-cel waarvan de kern wordt gevormd door Syrische migranten die lid zijn van de Moslimbroederschap. Ook zou Alouni tijdens reizen naar Afghanistan geld van de Spaanse terreurcel rond Abu Dahdah voor leden van al-Qaida hebben meegenomen.
Diezelfde Alouni stond eveneens in contact met leden van al-Qaida in Hamburg, vooral met de Syriër Mahmoun Darkazanli (”Abu Ilyas”). Tussen augustus 1998 en augustus 2000 belde Darkazanli liefst dertig keer naar Alouni. Darkazanli stond in contact met de in de zomer van 1999 in Hamburg opgerichte al-Qaida-cel rond Mohammed Atta.
Atta en twee andere leden van die cel pleegden als zelfmoordpiloot de aanslagen van 11 september. Darkazanli was bijvoorbeeld aanwezig op de bruiloft van Said Bahaji, een belangrijk lid van de Hamburgse terreurcel. Diezelfde Darkazanli stond ook in nauw contact met de leider van al-Qaida in Spanje, de eerdergenoemde Barakat Yarkas, in wiens huis in Madrid hij meermalen had gelogeerd.
Een andere vriend van Alouni was Mustafa Setmarian Nasar (”Abu Musab”), ook al een tot Spanjaard genaturaliseerde Syriër. Deze man woonde eerst in Granada en Londen. In 1998 kreeg hij de leiding over een trainingskamp van al-Qaida in Afghanistan. Het was Mohammed Bahaiah die Setmarian Nasar aan Bin Laden voorstelde. In maart 2004 speelde deze Spaanse Syriër een belangrijke rol bij de aanslagen in Madrid, mogelijk was hij zelfs de opdrachtgever.
Setmarian Nasar was lid van de leidinggevende raad (”shura”) van al-Qaida. Maar Alouni ontkent dat hij iets met al-Qaida te maken heeft. Al zijn contacten waren louter van journalistieke aard, zo gaf hij aan. Hij is de enige verdachte in het terreurproces in Madrid wiens hechtenis om gezondheidsredenen tijdelijk is opgeheven.