Nederlander spaart voor zijn vakantie
Om op vakantie te kunnen, legt 61 procent van de Nederlanders ruim van tevoren geld opzij. Een op de drie begint al een halfjaar tot een jaar eerder te sparen. Voorafgaand aan de vakantie let 37 procent beter op zijn uitgaven.
Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerd onderzoek van Blauw Research onder 546 Nederlanders.
Het vakantiegeld dat elk jaar in mei wordt uitbetaald, wordt dit jaar door 18 procent volledig benut om erop uit te trekken. Ruim een kwart gebruikt minder dan de helft van het vakantiegeld voor reizen.
Voor 40 procent van de ondervraagden is het onzekere economisch tij reden om op de vakantiebestedingen te bezuinigen. Gemiddeld zeggen de ondervraagden bijna 1500 euro uit te geven aan de vakantie, ofwel 9 procent van het netto jaarinkomen van de huishoudens.
Afgelopen winter is 4 procent minder Nederlanders op vakantie gegaan. Dat blijkt uit onderzoek van TNS NIPO waarvan de resultaten eveneens dinsdag werden gepresenteerd.
Het winterseizoen loopt van 1 november tot 1 april. In die periode waren wintersportvakanties minder in trek dan in dezelfde periode een jaar eerder. De wintersportbranche in Frankrijk kreeg een klap te verduren met 12 procent minder Nederlandse skiërs en snowboarders.
Oostenrijk, al jaren het populairste wintersportland, zag een lichte plus (2 procent). Bijna de helft van de Nederlandse wintersporters kiest voor Oostenrijk als vakantiebestemming. Frankrijk is nog altijd een goede tweede met een marktaandeel van 35 procent.
