De diefstallen begonnen onschuldig met sigaretten en softdrugs, maar later stapten de verdachten over op harddrugs.

De 26-jarige L.G. uit Steenbergen kreeg 2,5 jaar gevangenisstraf en de 35-jarige R.W. uit Roosendaal en de 39-jarige L.K. uit Fijnaart werden veroordeeld tot twee jaar cel. De twee hoofdverdachten in deze zaak, de 40–jarige D.S. uit Roosendaal en de 41-jarige J. de B. uit Bergen op Zoom werden tot respectievelijk vier en 3,5 jaar cel veroordeeld. De rechter concludeerde in zijn vonnis dat het toezicht van justitie en politie op de verbranding van de drugs „amateuristisch" is gebeurd.

Twee andere werknemers werden veroordeeld tot 1,5 jaar en twee jaar cel.

De vuilverwerkers bekenden heroïne, cocaïne, amfetamine, hasj en een grote hoeveelheid XTC-pillen uit de ovens te hebben gehaald. De drugs werden door politiemensen in de trechters van de verbrandingsoven gegooid. Volgens de daders gingen de ambtenaren soms meteen weg, waardoor zij de drugs uit de oven konden halen voordat ze met huisvuil werden vermengd. De officier van justitie gaf tijdens de rechtszitting toe dat justitie en de politie onvoldoende toezicht hielden op de vernietiging van de drugs. Zowel de politie als het bedrijf werkte niet volgens een protocol.

De officier van justitie had veel hogere straffen geeïst, oplopend van drie tot zeven jaar. Omdat van verduistering volgens de rechter geen spraken was, zijn de straffen lager uitgevallen.