Burke Stichting verliest aan invloed
Door zijn nauwe contacten met het rechtse kamerlid Wilders heeft directeur Spruyt de invloed van de Edmund Burke Stichting binnen partijen zoals het CDA en de VVD verspeeld. De ooit veelbelovende conservatieve beweging is daardoor sterk versmald en kan zelfs met Wilders ten onder gaan.
Het is 12 maart 2005. Met een mengsel van verbazing en verontwaardiging nemen diverse bestuursleden van de Burke Stichting kennis van een paginagroot interview in de Volkskrant, waarin hun directeur aangeeft het als een eer te beschouwen om ooit kamerlid te worden aan de zijde van Wilders. Dit druist lijnrecht in tegen de heldere afspraak die ze afgelopen novembermaand met hem maakten om zich niet meer met de ex-VVD’er en zijn beweging in te laten.
Op 23 maart maakt Spruyt het nog bonter. In het RD levert hij harde kritiek op de christelijke partijen CDA, ChristenUnie en SGP en bejubelt daartegenover Wilders. Opnieuw stelt hij zo de onpartijdigheid van de Burke Stichting in de waagschaal. Diverse bestuursleden besluiten Spruyt tijdens hun eerstvolgende reguliere vergadering, op 23 april, voor eens en altijd duidelijk te maken dat ze zó niet met hem zijn getrouwd.
Twee dagen voor de vergadering komt het strijdplan echter volledig op zijn kop te liggen. Aanleiding is een rapport waarin de directeur, plotseling en ongevraagd, pleit voor een totale reorganisatie van de Burke Stichting. Het oude bestuur krijgt in het stuk een draai om de oren, omdat het de werkers onvoldoende zou faciliteren. Bovendien blijken vier van de vijf leden plots niet meer te passen in het nieuwe organisatiemodel.
Telefonisch overleggen de bestuursleden wat hen te doen staat. Een stevig maar goed gesprek over hoe samen verder, lijkt er na Spruyts tegenaanval niet meer in te zitten. Ze kunnen natuurlijk kiezen voor de radicale oplossing om hem de laan uit te sturen, maar beseffen dat de stichting, zeker publicitair, nog altijd sterk aan hem hangt. In het belang van de stichting besluiten ze dan zelf de handdoek maar in de ring te werpen.
De vergadering van zaterdag 23 april hoeft daarom maar kort te duren. Tien minuten over tien begint Spruyt zijn reorganisatieplan toe te lichten, een halfuur later stellen voorzitter Bouma, secretaris Wiegmans, penningmeester Van de Haar en lid Van den Heuvel hun portefeuilles ter beschikking. Over Wilders wordt niet meer gesproken. Wel over rechtsfilosoof Kinneging, die bij algehele consensus weer als voorzitter wordt aangewezen.
De Edmund Burke Stichting valt daarmee terug op de oude getrouwen. Kinneging, Spruyt en Visser zijn alle drie mannen van het eerste uur, uitdenkers en oprichters van de conservatieve stichting. Visser is het enig overgebleven bestuurslid. Met zijn uitgesproken rechtse opvattingen sluit hij vrijwel naadloos aan bij Spruyt en Wilders. Kinneging is de enig overgeblevene uit de raad van aanbeveling, waaruit eerder al vier leden vertrokken.
Zo blijft van de Burke Stichting nog slechts de romp over. Hillen (CDA), Van Middelkoop (CU) en De Bruyne (SGP) zijn uit de raad van aanbeveling en nu ook Bouma (CDA), Wiegmans (CDA), Van de Haar (VVD) en Van den Heuvel (SGP) uit het bestuur zijn, zijn alle belangrijke schakelfiguren naar politieke partijen vertrokken. Nog veel eerder vertrok ook al Spruyts mededirecteur Livestro, net als Van de Haar een VVD’er.
Partijen zoals CDA, VVD, ChristenUnie en SGP hebben nu nagenoeg niets meer met de Burke Stichting. Hun verwantschap met het conservatieve gedachtegoed zal niet meer leiden tot samenwerking. Onlangs constateerde VU-historicus dr. G. Harinck, ook ooit lid van de raad van aanbeveling, dat de onpartijdigheid van de Burke Stichting weg is en dat Spruyt in de publieke beeldvorming partijganger van Wilders is geworden.
De Burke Stichting kan door, met dank aan de zelfverloochenende opstelling van de vertrekkers. Het is echter zeer de vraag welke kansen de rompstichting nog heeft. Het oorspronkelijke doel om het conservatieve gedachtegoed binnen partijen als CDA en VVD in te dragen en te versterken, lijkt verder weg dan ooit. Terwijl er toch, vooral bij het CDA onder Balkenende, duidelijke aanknopingspunten waren.
Hoewel Kinneging, Visser en Spruyt er, samen met de zeven man personeel, weer met volle moed tegenaan gaan, zou het wel eens zo kunnen zijn dat de Burke Stichting haar beste tijd heeft gehad. Zetten de nauwe contacten met Wilders zich -achter de schermen van formele onafhankelijkheid- voort, dan dreigt de stichting zelfs met hem ten onder te gaan. Het is immers nog maar de vraag hoe het Wilders electoraal zal vergaan. Hoewel de Nederlandse kiezer wispelturig is, verschrompelt in de peilingen inmiddels zijn succes.
voetnoot (u17(Zie ook pag. 19: ”Oude wereld is goed uitgangspunt”.