Paus domineert buitenlandse kranten
De paus domineert ook deze week de koppen van de buitenlandse kranten. Daarnaast is er aandacht voor de Turkse genocide op de Armeniërs en het referendum in Frankrijk over de Europese grondwet. Ook Nederland ontsnapt niet aan de internationale aandacht.
Te midden van alle analyses over de nieuwe paus uit journalist Nils Minkmar van de Frankfurter Allgemeine zijn verbazing over alle ophef rond de verkiezing van de roomse kerkvorst.
„Ik moet een geval voor Oliver Sacks (een Engelse neuroloog, DT) zijn. Ik verwissel weliswaar mijn vrouw niet met een hoed, maar bedenkelijk is mijn toestand wel, want het is mij rationeel helemaal duidelijk dat deze man nu Benedictus de Zestiende, de opvolger van Petrus op de Heilige Stoel is. Maar ik slaag er niet in dat te geloven. (…)
Maar verbazen zal men zich toch wel mogen: Over de vele sympathieke mensen die nu juichen en bij de dood van de voorganger aangedaan waren, over de drie knielende Amerikaanse presidenten -geen van hen katholiek- bij zijn baar. (…) Over Frankrijk, waar minister van Binnenlandse Zaken De Villepin de prefecten van de republiek via het interne waarschuwingssysteem voor noodgevallen -eigenlijk bedoeld voor natuurrampen, ongelukken met kernreactoren en dergelijke- van de dood van de paus op de hoogste stelde en hen vervolgens verplichtte in uniform aan de kerkelijke herdenkingsdiensten deel te nemen.” (…)
Zelfs de katholieken die ik ken -en men moet er gericht naar vragen tot welke confessie iemand behoort, om het aan de weet te komen; men kan het nauwelijks nog uit het gedrag, het milieu, de meningen afleiden- zijn minder vroom, minder praktiserend, gehoorzamen minder dan ooit aan de zedenleer. Duidelijk is dat juist de vergeving, de biecht, de boetedoening het bijzondere aan het katholicisme zijn; dat dus juist degene die niet volgens de regels leeft, juist de zondaar, zich tot de paus voelt aangetrokken. Maar men moet bij sommige van de allernieuwste pausfans onder de collega’s van de media wel mompelen: „uitgerekend die.””
Le Figaro
Le Figaro staat stil bij de geïsoleerde positie die Frankrijk inneemt als het gaat om de strijd voor erkenning door Turkije van de genocide op de Armeniërs. Die erkenning is geen voorwaarde voor toetreding van Turkije tot de EU. Brussel heeft, aldus het Franse dagblad, meer belang bij de erkenning van Cyprus door Ankara.
„Die Europese kouwelijkheid geeft de embryonale staat van het debat weer. Slechts 3 van de 25 lidstaten hebben de genocide van 1915 officieel erkend: Griekenland vanaf 1996, België in 1998 via de Senaat en Frankrijk in 2001 via het parlement. Duitsland, dat meer dan 2 miljoen Turken telt, heeft de werkelijkheid van de genocide nooit erkend, net zomin als Spanje. Groot-Brittannië blijft erg voorzichtig in de kwestie. In Italië heeft het parlement weliswaar in 2001 een resolutie aangenomen die de regering ertoe oproept druk op Turkije uit te oefenen om de genocide te erkennen, maar die stap bleef zonder gevolgen. Alleen Frankrijk, waar een aanzienlijke Armeense minderheid leeft (400.000 personen), zwengelt het debat regelmatig opnieuw aan, maar lijkt erg geïsoleerd.”
The Times
De Fransen dreigen op 29 mei nee te stemmen tegen de nieuwe Europese grondwet. Een cruciale rol ziet The Times echter weggelegd voor de „behoedzame” Nederlanders. Die bereiden zich voor om „de fatale klap uit te delen.”
„Euroscepticisme scoort hoge ogen in Nederland, traditioneel een van de vurigste pro-Europese naties (…). Politieke opwinding over de radicale islam heeft een onvoorspelbaar politiek klimaat geschapen dat veel Nederlanders in het defensief plaatst als het gaat om de overdracht van bevoegdheden aan een internationaal instituut. De Unie wordt in toenemende mate gezien als ver weg en bemoeizuchtig (…). De Nederlanders zijn ook gefrustreerd over het feit dat ze de grootste nettobetalers van de EU zijn, per hoofd van de bevolking, en zijn, evenals de Fransen, fel tegen het toelaten van Turkije als lid van de EU.
(…) een nee-stem van nog een oprichtingsland zou het veel moeilijker maken om een Frans nee af te doen als een protest tegen meneer Chirac.”
The New York Times
De problemen in Nederland ontgaan ook The New York Times niet. De Amerikaanse krant publiceerde een interview met de Amsterdamse burgemeester Job Cohen, een „enigszins gereserveerde joodse intellectueel die het tot zijn taak heeft gemaakt de vrede tussen moslims en christenen in de stad te bewaken.”
„Sinds de moord (op Theo van Gogh), die veel verontwaardiging en een golf van aanslagen met brandbommen op moskeeën en kerken in het land veroorzaakte, is meneer Cohen, 57, evenzeer bemiddelaar geworden als hij burgemeester is. Daarom reist hij rond en legt bezoeken af aan verschillende etnische groepen, organiseert debatten tussen religieuze leiders, luistert naar hen en stimuleert de dialoog. (…)
Wat maakt (…) deze rustige man kwaad? Dat is, zegt hij, de nieuwe harde praat van ”oorlog” tegen extremisme, ”oorlog” tegen terrorisme en het ”aanpakken” van immigranten, zoals bij sommige politici valt te beluisteren.”
opinie voetnoot (u490(Samenstelling: Dick Tromp