„Hulpdiensten slecht berekend op ramp”
De hulpverlening is onvoldoende voorbereid op rampen en zware ongevallen. Dat stelt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in een maandag verschenen rapport, waarin het 41 door haar bijgewoonde oefeningen onder de loep neemt.
De inspectie onderzocht de keten van hulpverleners die worden ingezet bij rampen of grote ongevallen. De keten, de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR), bestaat uit de meldkamer ambulancezorg, de ambulancediensten, de GGD’en, de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ), het Rode Kruis, de ziekenhuizen en de huisartsen.
Vooral de ambulancezorg krijgt ervan langs. De meldkamer doet nauwelijks mee aan oefeningen en bouwt daardoor geen routine op, terwijl zij een cruciale rol vervult in de regievoering over de inzet van medische hulpverleners, stelt de inspectie.
Ambulancediensten hebben een tekort aan ambulances en doen daarom ook te weinig mee aan oefeningen. De inspectie vindt dat onaanvaardbaar en eist dat de verantwoordelijke functionaris voor de GHOR, de regionaal geneeskundig functionaris (RGF), er op korte termijn voor zorgt dat de ambulancezorg en de mobiele medische teams (MMT’s) volwaardig meedoen aan oefeningen.
In een reactie op het onderzoeksrapport deelt R. van Mourik, secretaris van de Raad van RGF’en, de zorg van de inspectie. Toch plaats hij enkele kanttekeningen bij de eis van de inspectie dat de RGF moet zorgen dat de medische diensten mee-oefenen. „De RGF heeft daar geen bevoegdheden en middelen voor. Hij kan dus niets afdwingen”, zegt hij. „Wij hebben de minister meermalen gevraagd de noodzakelijke bevoegdheden en financiële middelen toe te kennen, maar dat heeft tot op heden niet tot resultaten geleid.”
De inspectie heeft ook kritiek op de brandweer, die meestal als eerste ter plekke is bij ernstige ongevallen en levens moet redden. Volgens het rapport houdt de brandweer die vaardigheden niet goed bij, ook al heeft elke brandwacht een certificaat levensreddend handelen. Verder zijn de brandweer en de medische hulpverlening niet goed getraind om grote groepen mensen te kunnen ontsmetten bij chemische of nucleaire rampen. Evaluaties van de oefeningen zijn nauwelijks beschikbaar, waardoor anderen niet van de ervaringen kunnen leren.