Modern gereformeerd
Ook de meer orthodoxe kerken in ons land staan onder druk van de moderne cultuur en het moderne levenspatroon. Dat kan iedereen constateren. Zaken die voorheen niet aan de orde waren en niet ter discussie stonden, dringen zich ook daar geleidelijk aan op.Enkele decennia eerder hebben we iets dergelijks gezien in de Gereformeerde Kerken. Die ontwikkeling leidde ertoe dat zij in het tijdsbestek van niet meer dan één generatie onherkenbaar veranderden.
Al bleven ze Gereformeerde Kerken heten, van hun gereformeerde identiteit (die overigens een sterk neogereformeerd karakter droeg) was op den duur eigenlijk niets meer over. Of je moest spreken van modern gereformeerd. Geen wonder dat ze in het SoW-proces gemakkelijk aansluiting vonden bij de hervormde middenorthodoxie.
Inmiddels worden helaas ook de kleinere gereformeerde kerkverbanden geconfronteerd met allerlei ’modern gereformeerde’ opvattingen en gedragspatronen. Dat doet zich met name voor in de Nederlands Gereformeerde Kerken, bij de christelijke gereformeerden en de vrijgemaakten, terwijl ook in hervormd-gereformeerde kring ontwikkelingen in die richting te bespeuren zijn.
Het openstellen van de ambten voor de vrouw door de Nederlands Gereformeerde Kerken is daar een voorbeeld van. Trouwens, ook elders nemen de bezwaren tegen de vrouw in het ambt in kracht af. De animo voor de tweede kerkdienst op zondag loopt duidelijk terug en dat staat niet los van een makkelijker omgaan met de zondag in het algemeen.
Onmiskenbaar vinden er ten aanzien van het schriftgezag verschuivingen plaats. Evenzo is er een grotere acceptatie van homoseksuele relaties, zoals men ook minder moeite heeft met gemeenteleden die ongehuwd samenwonen. En zo zou er nog wel meer te noemen zijn. Ook hier geldt dat de dingen nu eenmaal niet op zichzelf staan.
Gelukkig wordt hier en daar geprobeerd tegenwicht te bieden tegen deze ontwikkelingen. Het zou ook van weinig plichts- en roepingsbesef getuigen wanneer predikanten en gemeenteleden dat allemaal lieten begaan vanuit de gedachte dat men zich als kerken nu eenmaal op een hellend vlak bevindt en er toch niets meer aan te doen is.
Ruim twee jaar geleden besloot de christelijke gereformeerde kerkenraad van Zwolle dat „integer samenlevende homofiele zusters en broeders” niet van het avondmaal geweerd zouden worden. Daarmee ging binnen deze kerken duidelijk een wissel om.
Geen wonder dat er binnen de classis verzet rees tegen deze beleidslijn. De Zwolse kerkenraad werd opgeroepen op zijn liberale standpunt terug te komen.
Inmiddels heeft ook de noordelijke particuliere synode zich met de zaak beziggehouden. Totdat een meer inhoudelijke bezinning heeft plaatsgevonden, wordt de gemeente van Zwolle gevraagd haar besluit over homoseksuele relaties en avondmaal niet in praktijk te brengen.
Daarmee blijft de zaak nog onbeslist, in afwachting van landelijke besluitvorming. Die zal vermoedelijk niet naar de kant van Zwolle uitvallen. Ook in de kwestie van de vrouw in het ambt, die in de jaren negentig in de Christelijke Gereformeerde Kerken aan de orde was, bleek dat een meerderheid van de synodeleden toch niet mee wilde gaan in de modern gereformeerde richting.
Overigens blijft van wezenlijk belang om gemeenteleden met homofiele gevoelens pastoraal niet in de kou te laten staan.
Maar wat de Bijbel zonde noemt, mogen wij niet goedpraten. Al wordt een relatie in liefde en trouw aangegaan, daarmee is zij niet automatisch boven alle kritiek verheven. Mensen kunnen immers liefde tot het kwaad hebben en trouw blijven aan verkeerde uitgangspunten.