Drie doden in Togo bij verkiezingen
Bij de presidentsverkiezingen in het West-Afrikaanse staatje Togo zijn zondag zeker drie doden gevallen. Minstens dertien mensen raakten gewond. Volgens getuigen vielen de doden toen onbekenden stembussen uit een school probeerden te stelen.
Over het algemeen hadden de verkiezingen echter een betrekkelijk rustig verloop. Ondanks enkele zware regenbuien in de ochtend en enkele verspreide demonstraties in de oppositiewijk van de hoofdstad Lomé leek de opkomst bij de verkiezingen zondag hoger te zijn dan normaal.
De Togolezen kozen een opvolger voor de in februari plotseling overleden Gnassingbé Eyadema, de dictator die 38 jaar aan de macht is geweest. Het leger schoof aanvankelijk Eyadema’s zoon Faure Gnassingbé als opvolger naar voren, maar na felle protesten in binnen- en buitenland werd diens benoeming teruggedraaid en werd alsnog de grondwet gevolgd, die binnen zestig dagen verkiezingen voorschrijft.
De stemlokalen zijn volgens plan om 18.00 uur (20.00 uur Nederlandse tijd) gesloten. Het tellen van de stemmen is meteen daarna begonnen, maar volgens de autoriteiten kan het enkele dagen duren voordat de uitslagen bekend zijn.
Gnassingbé zei zondag zeker van de overwinning te zijn. Hij zei een regering te willen vormen waarin plaats is voor alle partijen. Verder beloofde hij te zullen vechten voor meer rechtvaardigheid en vrijheid. „De meerderheid van de Togolezen wil rust en vooral vrede”, zei hij na het uitbrengen van zijn stem.
Bij het vallen van de nacht brandden op toegangswegen naar de oppositiebastions in de hoofdstad autobanden. Zwaarbewapende militairen patrouilleerden door de straten. De sfeer is gespannen. Beide kandidaten beschuldigden elkaar eerder op de dag over en weer van fraude en intimidatie. Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties riep op tot kalmte.
Aanhangers van de oppositie staken in Lomé een auto in brand waarvan de eigenaar zou hebben geprobeerd er met een stembus vandoor te gaan. De bestuurder wist ongedeerd te ontsnappen. Enkele straten verderop klaagden oppositieaanhangers dat hun namen uit de kiesregisters waren geschrapt en dat aanhangers van de regering de stembussen volpropten met stembiljetten voor Gnassingbé.
Gnassingbé’s woordvoerder Pascal Bodjona ontkende dat de partij van Faure achter de incidenten zat. Bodjona zei dat aanhangers van de oppositie de campagneleider van Gnassingbé hadden gemolesteerd toen die buiten Lomé ging stemmen.
Oppositieleider Harry Olympio zei dat de partij van Gnassingbé onder haar aanhangers wapens heeft uitgedeeld en maande zijn eigen aanhang tot kalmte. Ook collega-oppositieleider Bob Akitani riep zijn aanhang op zich niet te laten provoceren.
Minister van Binnenlandse Zaken Franüois Boko werd vrijdag ontslagen nadat hij ervoor had gepleit de verkiezingen uit te stellen omdat er geweld dreigde. Boko is gevlucht naar de Duitse ambassade in Lomé, maar het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken in Berlijn wilde zondag niet zeggen of hij asiel heeft aangevraagd.