Inkomen kan stijgen door minder te gaan werken
Ruim 330.000 tweeverdieners kunnen meer verdienen als beide partners minder gaan werken. In de meeste huishoudens met kinderen zijn de ouders anderhalfverdieners: de man heeft een volledige baan en de vrouw een halve.
Deze gezinnen kunnen er financieel op vooruit gaan als beide ouders parttime werken.
Dat stelt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Zaterdag lanceerde het op de eigen internetsite de test ”De Werkverdeler”. De test is een initiatief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met de test kunnen tweeverdieners uitrekenen of een andere werkverdeling in hun situatie financieel beter uitpakt.
In zo’n 130.000 huishouden verdienen beide partners ongeveer even veel. Uit berekeningen van De Werkverdeler blijkt dat bij 70 procent van deze huishoudens het netto-inkomen omhooggaat als de man een dag minder zou gaan werken en de vrouw een dag meer.
„Zelfs als de man een hoger uurloon heeft dan zijn vrouw, wat bij 720.000 huishoudens zo is, heeft 30 procent baat bij een andere werkverdeling”, aldus het Nibud.
Volgens het instituut heeft momenteel van alle werkende vrouwen tweederde een deeltijdbaan, tegenover 12 procent van de mannen. „Slechts in 6 procent van de gezinnen werken beide partners parttime.”
Volgens het Nibud is minder werken vooral financieel aantrekkelijk door belastingvoordelen. Door een dag minder te gaan werken, kan iemand in een lagere belastingschijf vallen en hoeft er minder aan de fiscus te worden betaald. Ook kan iemand onder de ziekenfondsgrens terechtkomen, waardoor het gezin goedkoper verzekerd kan worden.
Als voorbeeldgezin noemt het Nibud Brechtje en Frank met een dochter van twee jaar. Frank werkt vijf dagen en verdient 45.000 euro bruto per jaar. Brechtje heeft een baan van één dag in de week en een jaarsalaris van 9000 euro. Als beide drie dagen in de week zouden gaan werken, gaan ze er bruto gezien wel op achteruit. Maar volgens het instituut stijgt het gezamenlijk netto-inkomen 2330 euro, doordat het hele gezin via het ziekenfonds kan worden verzekerd. Ook valt een groter deel van het loon in een gunstiger belastingschijf.
Het Nibud raadt vooral mensen met een middeninkomen (ongeveer 2500 euro bruto per maand) aan De Werkverdeler te doen. Deze inkomens zitten rond de ziekenfondsgrens en hebben ook te maken met een tariefgrens in het belastingstelsel. De Werkverdeler gaat langs al dit soort inkomensafhankelijke regelingen.
Specifieke CAO-afspraken, pensioenregelingen en persoonlijke zaken zoals de hypotheekrenteaftrek worden niet meegenomen. De uitkomst van de test geeft slechts een indicatie.
Ruim 80 procent van de tweeverdieners geeft aan een koopkrachtdaling te hebben meegemaakt na het krijgen van het eerste kind. Dit komt enerzijds vanwege de bijkomende kosten van het kind, één kind kost zo’n 18 procent van het gezamenlijke inkomen. Anderzijds wordt dit veroorzaakt doordat een of beide ouders minder gaan werken. Op dit vlak is dus nog voor 330.000 huishoudens geld te verdienen.