Bremer moest zich daar samen met nog drie andere verdachten verantwoorden voor gerommel met de kandidaatstellingslijsten, voorafgaand aan de verkiezingen. Het openbaar ministerie verwijt het viertal valsheid in geschifte omdat ze valse handtekeningen op de lijsten plaatsten en namen en adressen van onbekende sympathisanten opgaven. De kandidaten gaven zelf ook een vals woonadres op.

„Ik had honderden handtekeningen verzameld”, zei Bremer tegen de rechtbank. Volgens de Amsterdammer plaatste hij door tijdgebrek per ongeluk de verkeerde namen op de lijsten, waardoor de vereiste tien handtekeningen van burgers die de kandidatuur van Bremer moesten ondersteunen, niet op de lijst terechtkwamen. „Zodra bleek dat ik onvoldoende geldige ondersteuning had, heb ik mij teruggetrokken. Ik heb de waterschappen dus geen schade berokkend”, zei Bremer.

Het OM vervolgt het viertal voor onregelmatigheden bij de verkiezingen in de waterschappen Noorderzijlvest, Velt en Vecht, Brabantse Delta en De Dommel. Er zijn echter bij nog meer waterschappen frauduleuze handelingen geconstateerd. Waterschappen in Zuid-Holland, waar Bremer wel kandidaat bleef en eveneens met de handtekeningenlijsten knoeide, hebben al aangekondigd de kosten van de hierdoor noodzakelijke herverkiezing op de Amsterdammer te willen verhalen.

B. zei tegen de rechtbank spijt te hebben van zijn handelen. „Ik kan helaas de klok niet terugdraaien. Als dat wel kon had ik alles anders gedaan.”

De rechtbank behandelt de zaak op 29 juli inhoudelijk.