CHE start cursus voorganger dovenpastoraat
Met ingang van het nieuwe cursusjaar biedt de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) een cursus voorganger dovenpastoraat aan. Het programma hiervoor is ontwikkeld in overleg met en op verzoek van het Interkerkelijk Dovenpastoraat. Wie de nieuwe opleiding heeft afgerond, kan de bevoegdheid aanvragen om als voorganger in dovendiensten voor te gaan.
Het initiatief is gestart omdat het Interkerkelijk Dovenpastoraat bezorgd is over de grote terugloop van het aantal beschikbare voorgangers in dovendiensten. In het Interkerkelijk Dovenpastoraat participeren de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Christelijke Gereformeerde Kerken. Zij werken sinds 1975 samen op het terrein van het dovenpastoraat.
De cursus is bedoeld voor studenten godsdienst pastoraal werk (GPW) van de CHE, die hiervoor de vrije studieruimte binnen de opleiding kunnen gebruiken. Ook theologiestudenten van de universiteiten en studenten van andere hbo-opleidingen kunnen er terecht. Verder richt de cursus zich op kerkelijk werkers, godsdienstleraren en predikanten.
De cursus is daarnaast ook bedoeld voor belangstellende gemeenteleden. Wie de vereiste basisopleiding op theologisch terrein mist, kan de propedeuse GPW doen met als differentiatie voorganger dovenpastoraat.
De cursus bestaat uit twee fases. De eerste helft is een basiscursus communicatie, die minimaal vier maanden duurt. Daarin wordt de basis gelegd voor het communiceren met doven. Dit deel kan op zestien plaatsen in Nederland en op de CHE in Ede worden gevolgd. De vervolgcursus duurt een jaar en heeft altijd in Ede plaats. De totale kosten voor beide onderdelen bedragen, inclusief lesmateriaal, bijna 700 euro.
De opleiding heeft bewust gekozen voor het aanleren van Nederlands met ondersteunende gebaren en niet voor Nederlandse gebarentaal. Dat is een taal met een eigen grammatica en eigen uitdrukkingen die jonge doven leren. In dovendiensten wordt echter Nederlands met gebaren gehanteerd omdat verreweg de meeste dove kerkgangers dit kunnen volgen. Daarnaast biedt het ook de mogelijkheid tot geïntegreerde diensten van doven en horenden samen.
Wie de cursus met goed gevolg afrondt en daarnaast over voldoende theologische bagage beschikt, kan zich aanmelden bij het Interkerkelijk Dovenpastoraat voor een toelatingsgesprek als voorganger dovenpastoraat bij zijn eigen kerk.
Ds. T. van ’t Veld, die stagedocent en docent homiletiek dovendienst wordt, zegt desgevraagd dat het hierbij niet om iets nieuws gaat. De regeling dat ook anderen dan predikanten mogen voorgaan in echte dovendiensten bestaat al sinds 1975. Die is in het leven geroepen omdat er een groot gebrek aan voorgangers is.
De bevoegdheid die gemeenteleden en kerkelijk werkers krijgen, geldt uitsluitend voor echte dovendiensten en niet voor gecombineerde diensten voor doven en horenden en ook niet voor gewone samenkomsten met een doventolk. Het gaat alleen om de eerste categorie. „Echte dovendiensten hebben meestal parallel aan de zondagse kerkdienst plaats. Soms worden ze op zaterdag gehouden.”
De opleiding is, aldus de predikant, een zaak van de CHE. En de benoeming is een zaak van de kerken. Het voltooien van de opleiding leidt niet automatisch tot een bevoegdheid om voor te gaan. Daarvoor is een gesprek met het Interkerkelijk Dovenpastoraat nodig over de motivatie en de wijze waarop iemand in de kerk staat. Verloopt het gesprek -waarbij ook enkele doven aanwezig zijn- positief, dan wordt aan de synode voorgesteld de persoon te benoemen, legt ds. Van ’t Veld uit.
Bij predikanten die de cursus volgen, is zo’n traject uiteraard niet nodig. Zij zijn immers al bevoegd om in alle soorten kerkdiensten voor te gaan, aldus ds. Van ’t Veld, die zelf al 27 jaar dovendiensten en gecombineerde diensten leidt.