Werken op de akker van deze wereld
Titel:
”Mission: the Soul of Ecumenism. Essays by Jan van Butselaar”
Auteur: Jerald D. Gort, Alle G. Hoekema (red.)
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2004
ISBN 90 239 1792 8
Pagina’s: 124
Prijs: € 19,50. Evangelie en cultuur, geboren vijanden? Het is niet eenvoudig om de verhouding tussen die twee goed te typeren. Voor dr. Jan van Butselaar is dit wel duidelijk: het motief voor het verkondigen van het Evangelie is de liefde van Christus. De wijze waarop dit gedaan moet worden, is een houding van diepe ootmoed. Over deze en andere thema’s schreef hij de laatste decennia in diverse internationale tijdschriften.
In de zending heeft het beginsel van de oecumene, al was het onder aanvechting, een belangrijke rol gespeeld. De moderne westerse protestantse zendingsbeweging kenmerkte zich door een sterk gevoel voor eenheid. Dit leidde vanaf halverwege de negentiende eeuw tot een golf van internationale conferenties. Een bekend voorbeeld is Edinburgh-conferentie in 1910. In Nederland werd de Nederlandse Zendingsraad opgericht. In breder verband kwam het tot de Wereldraad van Kerken (1948).
Sporend met deze ontwikkeling nam het zelfbewustzijn van niet-westerse kerken toe. Zending werd in toenemende mate wereldzending. Allerlei niet-westerse kerken kwamen tot spreken. Daarmee nam de eenduidigheid af en kwam het streven naar eenheid onder spanning te staan.
In deze context van toenemende verscheidenheid was Gerrit Jan van Butselaar werkzaam als algemeen secretaris van de Nederlandse Zendingsraad (van 1983 tot 2001). Regelmatig mengde hij zich in de internationale discussie over zending. De missiologen Jerald D. Gort en Alle G. Hoekema van de Vrije Universiteit in Amsterdam verzamelden twaalf essays onder de titel ”Zending de ziel van de oecumene”.
Israël
De thema’s die aan de orde komen zijn onderverdeeld in twee categorieën: oecumene en zending. Onder de eerste vallen onderwerpen als het ideaal van de oecumene, de opkomst van de evangelicalen, zending en eenheid, de plaats van Israël, evangelie en cultuur, de houding van de protestanten tegenover andere religies en de juiste verhouding tussen recht en genade. Bij het thema zending gaat het om onderwerpen als de eer van de drie-enige God, evangelisatie en cultuur, zending en de Wereldraad, de rol van religie in het Afrika van vandaag en de actuele betekenis van de in 1938 in Tambaran gehouden conferentie over wereldzending.
Van Butselaar signaleert dat het ideaal van de oecumene zoals dat decennia geleden van bovenaf gestalte moest krijgen een gebroken ideaal is. Daarmee stelt hij de noodzaak van oecumene als zodanig niet ter discussie -zending ijvert voor eenheid- maar constateert dat de richting is veranderd. De oecumenische wereldbeweging is teruggeworpen op de basis en zal van daaruit een nieuw begin moeten maken.
Van Butselaar benadrukt dat het streven naar verbroedering van de verschillende christelijke kerken een voluit bijbelse opdracht is. Het woord ”oecumene” komt van het Griekse woord voor ”de hele bevolkte aarde” en wordt gebruikt om alles te beschrijven wat gerelateerd is aan de taak van de kerk om het evangelie tot aan het einde van de wereld te brengen.
Kritisch betrokken
Van Butselaar bedient zich van het taalveld van de oecumenische hoofdstroom. Hij is een goed waarnemer van wat er in de wereld op gebied van zending gaande is en tegelijk een kritisch betrokkene. In het hoofdstuk over evangelie en cultuur merkt hij scherp op dat het voor veel zendingen niet het probleem is dat de kerk op de bres wenst te staan voor gerechtigheid en vrede, maar dat zij Jezus Christus als de zaligmaker van de wereld, van schepselen en cultuur proclameert.
Bij de behandeling van het door de Wereldraad van Kerken voorbereide document ”Mission and Evangelism: An oecumenical Affirmation”, pleit Van Butselaar voor een inbreng vanuit de gereformeerde traditie en vraagt hij aandacht voor thema’s als ”zending en een drie-enig God” en ”de eer van God als hoogste doel van zending.”
Uit de artikelen wordt wel duidelijk dat zending anno 2005 veel stof tot nadenken geeft. Het oecumenisch ideaal van de vorige eeuw is gebroken. De evangelische beweging gaat als controversiële stroming haar eigen weg. Reformatorische zendingen volgen dikwijls een ander spoor. Op de akker van de wereld zijn vele religies wervend werkzaam. De roeping van de christelijke kerk tot zending en het hoe en waarom ervan wordt aangevochten. Daarnaast zijn er de vraagstukken over cultuur en evangelie en de verhouding tussen het christelijke geloof en andere religies die met kracht op de christelijke kerk afkomen.
Geen grote antwoorden
Iedereen die met zending te maken heeft, van welke achtergrond dan ook, krijgt met de besproken thema’s te maken. De redacteuren hebben er goed aan gedaan deze artikelen bijeen te brengen. Van Butselaar is niet uit op grote antwoorden. Hij signaleert, analyseert en trekt conclusies. Daar ligt de winst van dit boekje. Ik hoop dat de theologische opleidingen en bijbelscholen er gebruik van zullen maken. De Engelse taal mag geen probleem zijn.
In dialoog met de artikelen van Butselaar zullen als vanzelf de toevoegingen worden geboren. Het is ten diepste niet de (verdeelde) kerk die zending bedrijft, zich inspant en verkondigt, maar God die verkiest, opzoekt, toebrengt en daar Zijn vaak tekortschietende gemeente bij inschakelt. In de christelijke kerk draait het bovendien, naast allerlei noodzakelijke vormen van activiteit, toch vooral om de grote bijbelse thema’s van de verhouding tussen God en mens, genade en zonde, redding en verlorenheid waarbij de verkondiging van dood en opstanding van Christus het brandpunt vormt.
Vele zendingen zijn werkzaam op de akker van deze wereld. Zending en evangelisatie kunnen nimmer in het isolement bedreven worden. Zending en oecumene horen als in een ongemakkelijke liefdesverhouding bij elkaar. Dat is de grote les die in deze uitgave wordt meegegeven.