Evangelie in een fantasy-roman
Titel:
”De vlammen van Eidon”
Auteur: Karen Hancock
Uitgeverij: Mozaïek, Zoetermeer, 2004
ISBN 90 239 9126 5
Pagina’s: 450
Prijs: € 19,90. Kan het Evangelie worden vertaald naar een fantasy-roman? Die vraag komt op bij het lezen van ”De vlammen van Eidon” van Karen Hancock.
Hancock is een christelijke, Amerikaanse schijfster. Ze heeft met overtuiging gekozen voor fantasy in plaats van voor realistische romans, zei ze in een interview met het magazine Elf Fantasy. „Fantasy is in zekere zin reëler dan realistisch proza. Het erkent dat er een bovennatuurlijke wereld is waar wij deel van uitmaken, of we ons daar nu van bewust zijn of niet.”
In 2003 verscheen Hancocks eerste fantasy-roman: ”Arena”. Eind vorig jaar startte uitgeverij Mozaïek met het uitgeven van een vierdelige fantasy-serie: de Kronieken van Kalladorne. Hancock zet de hoofdpersonen in in de strijd tussen goed en kwaad.
Het eerste deel van deze serie, ”De vlammen van Eidon”, gaat over Abramm. Deze zoon uit het koningsgeslacht Kalladorne heeft afstand gedaan van zijn rechten op de troon om zich geheel te wijden aan de dienst van de god Eidon. Maar vlak voor zijn initiatie in een gewijde orde wordt hij om politieke redenen ontvoerd en als slaaf verkocht. Abramm wordt door zijn nieuwe baas opgeleid tot gladiator. Dankzij Meridon, de man met wie hij moet samenwerken in de arena en die gebruik kan maken van goddelijke krachten, overleeft hij alle gevechten. Totdat de twee weten te ontsnappen en deelgenoten worden in de strijd tussen goed en kwaad.
De roman heeft sterke punten. Hancock heeft een vlotte, beeldende schrijfstijl. De dialogen zijn levendig. Ze laat haar hoofdpersoon ook een duidelijke karakterontwikkeling doormaken. Abramm gaat zichzelf steeds meer vragen stellen over zijn verleden bij de orde. Wie is Eidon werkelijk? En hoe wil hij gediend worden? Twee jaar lang blijft Abramm een kritische houding aannemen ten opzichte van het geloof van zijn vriend Meridon. Zijn trots staat hem in de weg om de liefde van de god Eidon en zijn zoon Tersius zonder meer te aanvaarden. Er moeten heel wat wonderlijke gebeurtenissen aan te pas komen voor ook Abramm tot geloof komt.
De roman heeft ook zwakke punten. Het hele verhaal is nogal doorzichtig en de plot weinig verrassend. De lezer voelt vanaf het begin aan dat Abramm tot inkeer zal komen. En natuurlijk wordt het kwade overwonnen door het goede. De inzet van bovenaardse krachten neemt vaak ook een stuk spanning weg. Regelmatig zijn Abramm en Meridon dodelijk gewond. Maar met een beetje magie zijn ze na een paar dagen weer de oude. Fantasy-fans zullen zeggen dat die magie bij zo’n roman hoort. Mijns inziens verliest het verhaal aan geloofwaardigheid.
Ten slotte roept deze roman een vraag op. Kan het Evangelie worden vertaald naar een fantasy-roman? Dat de Bijbel Hancocks belangrijkste inspiratiebron was voor deze roman is duidelijk, vooral in het stuk waar Abramm tot geloof komt. „Een man stond voor hem [Abramm], in het wit gekleed - Tersius. En op de een of andere manier ook Eidon, gescheiden maar op onbegrijpelijke wijze één. (…) „Abramm, neem mijn hand.” De vriendelijke, maar strenge stem trok hem uit zichzelf, trok zijn ogen omhoog naar die van zijn Heer. „Ik heb jouw schuld betaald.””
Op dit punt wil ik deze roman kritisch benaderen. Ik heb er moeite mee om de goddelijke Drie-eenheid terug te vinden in het jasje van een fantasy-roman.
Ook heb ik mijn twijfels bij Hancocks allegorie van het christelijk geloof en de vijandige wereld daaromheen, maar dit punt is niet zo eenvoudig te beoordelen. Natuurlijk zijn er in deze wereld bovenaardse krachten werkzaam en het is goed dat Hancock daar aandacht voor vraagt. In onze beleving van de werkelijkheid hebben we daar vaak veel te weinig oog voor. Ook is de allegorie in de christelijke traditie al veel vaker gebruikt, bijvoorbeeld door Bunyan in ”De Christenreis” en Lewis in ”De grote scheiding”.
Maar Hancock doet dit op een andere manier, in een wereld vol magie. In deze roman is niet alleen sprake van zwarte magie, maar ook van witte. Meridon, die het ’goede’ geloof aanhangt, kan onder andere witte vuurballen tevoorschijn toveren die een enorme kracht hebben. Is Gods kracht alleen niet genoeg?