Kamer Irak klaagt over „mishandeling”
Het Iraakse parlement heeft dinsdag geprotesteerd tegen de veronderstelde mishandeling van een parlementslid door een Amerikaanse soldaat. Het parlementslid, Fattah al-Sheik, vertelde dat een soldaat hem bij een controlepost in Bagdad in de boeien sloeg, in zijn nek greep, het parlement belachelijk maakte en tegen zijn auto trapte.
„Wat mij is overkomen is een belediging voor het hele parlement, dat is gekozen door het Iraakse volk. Dit toont aan dat de democratie die we hebben nep is”, aldus Al-Sheik. Hij beschuldigde het Amerikaanse leger ervan met dit soort provocaties te willen aantonen dat het de werkelijke macht in Irak in handen heeft.
De kleine partij waartoe Al-Sheik behoort wordt ervan verdacht banden te hebben met de radicale geestelijke Muqtada al-Sadr. Het parlement eiste excuses van de Amerikaanse ambassade en vervolging van de soldaat. Het Amerikaanse leger liet weten gehoord te hebben over het incident en verklaarde een onderzoek in te stellen.
Bij aanslagen in Irak kwamen dinsdag zeker twaalf Irakezen om en raakten er meer dan vijftig gewond. Een zelfmoordaanslag met een autobom voor een aanmeldcentrum van het Iraakse leger in Bagdad kostte zeker zes mensen het leven en verwondde 44 mensen, aldus de politie. Vier Iraakse soldaten werden gedood toen opstandelingen het vuur openden in de stad Khalidiyah. Zeven soldaten raakten gewond.
Ook werd dinsdag een hoogleraar van de universiteit van Bagdad op weg naar zijn werk door onbekenden vanuit twee passerende auto’s doodgeschoten. Maandagavond werden in Bagdad een hoge adviseur van het Iraakse ministerie van Defensie en zijn zoon vermoord. De twee werden doodgeschoten toen hun auto tot stoppen werd gedwongen en met kogels doorzeefd.
Ten zuiden van Bagdad kwam een man om het leven toen langs de kant van een weg een bom ontplofte. In Baqouba miste een bom die was bedoeld voor een Amerikaans legerkonvooi doel. Drie Iraakse burgers raakten wel gewond.
Iraakse troepen zijn begonnen zich terug te trekken uit Madain, een in de zogenoemde driehoek des doods gelegen plaats die ze zondag binnentrokken, omdat soennitische opstandelingen er honderd sjiieten in gijzeling zouden houden. Inmiddels is gebleken dat van een gijzeling geen sprake was.