Beminden, wij zijn dwazen die deze dag niet ter harte nemen. Want de dag des Heeren is een dag van bezoeking. De gehele wereld zal die beklagen, alhoewel de mensen nu in zorgeloosheid slapen. Als de genade eens verworpen wordt en God Zijn oor van de mens afkeert, zal er geen genade meer zijn. De deur van de hemel zal dan voor eeuwig gesloten zijn.Wanneer deze dag eens zal gekomen zijn, zal de mens zijn eigen plaats verloren en zich van de eeuwige gelukzaligheid beroofd hebben. De wet van gelijke vergelding is daarvan een reden. Het is billijk eenieder te geven naar zijn werken, iemand te laten maaien zo veel hij gezaaid heeft. Indien God u roept en u wilt niet horen, dan is het ook billijk dat, wanneer u tot God roept, Hij u ook niet hoort. Dat is het wat in Spreuken 28:9 staat: „Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.”

God houdt nauwkeurig rekening. Er is een gedenkboek voor Zijn aangezicht. Het is alsof Hij wil zeggen: Roep Ik nu en wil deze vrouw of man niet antwoorden? Strek Ik nu Mijn handen uit en willen zij daar geen acht op geven om Mij te gehoorzamen? Wel, zegt God, laat hen dan zo begaan. Er staat een dag te komen dat zij in droefheid en ellende tot Mij zullen roepen, maar Ik zal niet antwoorden. Zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden.

W. Fenner, predikant te Rochford (Het grote gevaar van uitstel der bekering, 1661)