„PvdA wil schoolreisjes naar zwarte scholen”
Scholen moeten hun leerlingen in contact brengen met allochtone leeftijdsgenoten. Dat is goed voor integratie van de verschillende culturen die in Nederland leven.
PvdA-kamerlid Hamer timmerde samen met haar partijgenoot Dijsselbloem en LPF-kamerlid Kraneveldt een initiatiefwet in elkaar die scholen ertoe verplicht dergelijke ontmoetingen te organiseren. Onderwijs kan en moet meer bijdragen aan integratie, vinden Hamer en consorten. Woensdag verdedigen ze hun wet in de Tweede Kamer.
Ook CDA-kamerlid De Vries vindt dat onderwijs meer moet bijdragen aan integratie, maar hij heeft een principieel en een praktisch bezwaar tegen het initiatief. „Er is vrijheid van inrichting in het onderwijs. Dat betekent dat de overheid kan aangeven wát de scholen moeten doen, maar niet hóé ze het moeten doen. De indieners gaan daarin te ver. Dat is een principieel bezwaar”, aldus De Vries.
Hamer vindt dat onzin: „Wij zeggen alleen dát scholen ontmoetingen moeten realiseren tussen culturen, hóé ze het doen, moeten ze echt zelf weten. We laten scholen daarin vrij.”
Het praktische bezwaar van De Vries geldt vooral voor scholen op het platteland. „De wet denkt te veel vanuit grote steden in de Randstad. Ik probeer me even voor te stellen hoe dat moet met mijn kinderen in het Zuid-Hollandse Goudriaan, waar hoegenaamd geen leerlingen uit andere culturen zijn. Ik denk dat de schoolleiding in plaats van het jaarlijkse schoolreisje naar de Efteling straks een schoolreisje moet organiseren naar een Rotterdamse school met veel buitenlandse kinderen.”
Volgens Hamer is daar niets mis mee. „Als de school kiest voor de Rotterdamse dierentuin Blijdorp, kunnen leerlingen na afloop een school met veel allochtonen bezoeken. Die staat er pal naast. Maar van mij hoeft het helemaal niet op die manier. Het kan wel en ik vind het ook erg mooi. Maar als een school kiest voor contacten via internet of zo, dan is dat ook prima. De leerlingen uit de verschillende culturen hoeven elkaar niet per se aan te raken.”
Hamer wil, zo staat verder in het initiatief, dat onderwijsinstellingen in hun schoolplan vastleggen hoe ze taalachterstanden van leerlingen bijspijkeren. Dat vindt De Vries overbodig: „Alle scholen zijn daar allang mee bezig. Als ze dat allemaal vast moeten leggen, geeft dat veel onnodige rompslomp.”
Hamer denkt dat het verzet van De Vries tegen haar initiatief alles te maken heeft met een wetsvoorstel dat minister Van der Hoeven van Onderwijs heeft ingediend. „Dat voorstel zegt alleen dat scholen iets moeten doen aan sociale integratie. Dat blijft wel erg vaag. Ik vind het erg flauw dat Van der Hoeven met haar voorstel is gekomen nadat ze hoorde dat ik een initiatief had ingediend.”
De Vries erkent dat het wetsvoorstel van zijn partijgenote Van der Hoeven zijn voorkeur heeft: „Dat voorstel biedt scholen meer ruimte en dat past beter bij de manier waarop wij tegen het onderwijs aankijken. Ik betwist overigens dat Hamer eerder was met haar wetsvoorstel. Ze heeft haar voorstel in juni 2004 ingediend, terwijl de minister in april van dat jaar aankondigde dat zij met een wetsvoorstel over integratie en onderwijs zou komen.”