Vier maatregelen tegen spoor- en verkeerslawaai
De geluidsoverlast voor omwonenden van spoor- en snelwegen kan flink omlaag door vier nieuwe toepassingen. Ze werden maandag in Breda gepresenteerd door minister Peijs (Verkeer) en staatssecretaris Van Geel (Milieu). De maatregelen komen voort uit het Innovatie Programma Geluid (IPG), waarvoor in de periode 2002 tot 2007 in totaal 110 miljoen euro is uitgetrokken.
Tweelaags asfalt, een aanpassing van de bestaande geluidsschermen, een nieuwe manier van het slijpen van het spoor en een zogenoemde raildemper zorgen voor decibels minder herrie. Verkeerslawaai is op verschillende plaatsen in Nederland een groot probleem. Eind vorig jaar bleek bijvoorbeeld dat ongeveer 12.000 woningen langs rijkswegen te veel last hebben van auto’s.
De bestaande middelen om geluidsoverlast te beperken, zoals tunnels en geluidsschermen, zijn vaak erg duur. Daardoor dreigt de aanpak van de overlast onbetaalbaar te worden. Bovendien vinden omwonenden geluidsschermen vaak lelijk. Ook het onderhoud -onder meer het verwijderen van graffiti- is kostbaar en moet vaak op gevaarlijke plaatsen gebeuren.
Beide ministeries trokken samen tot en met 2007 in totaal 110 miljoen euro uit om nieuwe maatregelen tegen geluidsoverlast te ontwikkelen. Maandag werden de eerste vier concrete plannen getoond, die klaar zijn om in de praktijk te worden toegepast.
Uit proeven blijkt dat tweelaags zeer open asfaltbeton (zoab) de verkeersherrie met 6 decibel vermindert. Gevoelsmatig komt dat neer op een halvering van het verkeersgeluid. Het dubbellaags zoab bestaat uit een fijne toplaag en een grovere onderlaag. De extra kosten van dit type asfalt -de levensduur is korter dan die van gewoon zoab- wegen op tegen die van geluidsschermen.
Het Rijk wil zo snel mogelijk in kaart brengen welke „ernstige knelpunten” als eerste in aanmerking komen voor het dubbellaags zoab. De rijksweg A12 ter hoogte van Voorburg krijgt komend weekend al de dubbele asfaltlaag.
Door geluidsschermen aan te passen met zogenaamde schermtoppen in T-vorm wordt het lawaai met zeker 2 decibel teruggebracht. Nieuwe schermen hoeven daardoor minder hoog te zijn dan de oude, bestaande schermen hoeven niet te worden verhoogd wanneer nieuwe wettelijke regels dat voorschrijven. Op dit moment wordt er gewerkt aan een wetsaanpassing, zodat de schermtoppen daadwerkelijk kunnen worden gebruikt.
Om de geluidsoverlast van het spoorverkeer terug te brengen, zijn twee toepassingen ontwikkeld. Zogenaamde raildempers zijn gemaakt van een elastisch materiaal met twee stalen kernen. Ze worden aangebracht tegen de zijkant van de rails en dempen de trillingen in de spoorstaaf op het moment dat er een trein overheen rijdt. De demper levert een geluidsreductie van 3 tot 4 decibel.
Toepassing is vooral geschikt op plaatsen waar geluidsschermen lelijk zijn of niet werken, zoals bij hoogbouw. Hoewel raildempers niet goedkoop zijn, is de toepassing in veel gevallen niet duurder of zelfs goedkoper dan geluidsschermen. Ze zijn daarom een aantrekkelijk alternatief.
Ook het zo vlak mogelijk slijpen van de spoorstaaf -het zogenaamde akoestisch slijpen- zorgt voor minder lawaai. Een passerende trein maakt minder geluid op de gladde rails als de wielen van de trein glad genoeg zijn. Bij de meeste reizigerstreinen is dat het geval, bij goederentreinen valt nog het een en ander te verbeteren.
Infraspeed, het consortium dat de bovenbouw van de HSL-Zuid op dit moment uitvoert, overweegt om de techniek van het akoestisch slijpen in te zetten als geluidsmaatregel voor de Hogesnelheidslijn-Zuid (Amsterdam-Belgische grens).