Crisis Peking-Tokio nog niet opgelost
Het driedaagse bezoek van de Japanse minister van Buitenlandse Zaken aan Peking heeft vooralsnog niet geleid tot een oplossing van de diplomatieke crisis tussen China en Japan. Volgens Peking is Tokio verantwoordelijk voor de crisis, de ernstigste sinds de twee landen in 1972 hun betrekkingen normaliseerden.
Mogelijk spreken de Japanse premier Junichiro Koizumi en de Chinese president Hu Jintao elkaar komend weekeinde in de wandelgangen van een conferentie in Indonesië. De Japanse regering heeft dit voorgesteld; de Chinezen hebben het voorstel nog in beraad. VN-chef Kofi Annan heeft de twee landen maandag opgeroepen hun hooglopende ruzie bij te leggen. Hij stelde de kemphanen voor te praten tijdens de top in Indonesië. Annan is ook bij die ontmoeting, die donderdag begint.
Spanningen tussen China en Japan over verschillende onderwerpen kwamen tot uitbarsting toen de Japanse regering eerder deze maand een nieuw geschiedenisboek goedkeurde waarin oorlogsmisdaden die Japan in de jaren ’30 en ’40 in China heeft begaan volgens China worden verzwegen. Zaterdag koelden demonstranten in Sjanghai hun woede op het Japanse consulaat, Japanse auto’s en Japanse restaurants. Vorige week waren al ramen ingegooid bij de Japanse ambassade in Peking. De Japanse Nikkei-beursindex sloot ten gevolge van de oplopende onenigheid maandag 3,80 procent lager af op 10.938,44 punten, het laagste niveau sinds 16 december.
„De verantwoordelijkheid voor de huidige situatie ligt bij de Japanse partij”, zei de Chinese onderminister van Buitenlandse Zaken Wu Dawei maandag op een persconferentie. Japan heeft „historische kwesties” niet correct afgehandeld, zei hij, kennelijk verwijzend naar het geschiedenisboek.
De Japanse minister van Buitenlandse Zaken, Nobutaka Machimura, was zondag naar Peking gevlogen om de Chinese regering te vragen zich te verontschuldigen voor het gewelddadige optreden van de demonstranten en vergoeding van de schade te eisen. Maar de Chinese regering weigerde dat. Peking heeft niets gedaan waarvoor het spijt dient te betuigen, Japan heeft zich daarentegen schuldig gemaakt aan „een reeks dingen waardoor het Chinese volk is gekwetst”, zei de Chinese minister van Buitenlandse, Zaken Li Zhaoxing. „Niet wij moeten onze verontschuldigingen aanbieden”, zei Wu op de persconferentie. „Japan moet zich verontschuldigen.”
Volgens de Japanse ambassade in Peking heeft China wel aangeboden het gebouw van de ambassade in Peking te herstellen. De woordvoerster van de ambassade liet weten dat het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken het aanbod in beraad heeft. Tijdens een anti-Japanse betoging op 9 april sneuvelden zeker twintig ruiten van de ambassade.
De Japanse bevolking blijkt de verantwoordelijkheid voor de crisis voor een groot deel bij de eigen regering te leggen. Volgens een peiling die de Japanse krant Mainichi afgelopen weekeinde heeft laten uitvoeren vinden veel Japanners dat premier Yunichiro Koizumi te weinig doet om de betrekkingen met China te verbeteren.
Van de geënquêteerden schreef 34 procent de anti-Japanse stemming toe aan de „binnenlandse situatie” van China, maar de helft vond dat Japan zelf schuld droeg vanwege zijn benadering van de geschiedenis (26 procent), Koizumi’s herhaalde bezoeken aan een controversieel oorlogsmonument in Tokio (13 procent) en Japans aanspraak op een permanente zetel in de VN-Veiligheidsraad (11 procent).