Krankzinnige bevelen en kunstklaprozen

Het eigenlijke front, buiten Ieper, blijft tachtig jaar na dato een belangrijke trekpleister. Fransen, Amerikanen, Canadezen, maar vooral Britten bezoeken in groten getale het slagveld, waar generaals hun ondergeschikten met krankzinnige marsorders binnen enkele seconden de dood in dreven.

Willem H. Smith
2 May 2002 16:02Gewijzigd op 13 November 2020 23:33
Tyne Cot Cemetery bij Passendale. <br> Foto RD
Tyne Cot Cemetery bij Passendale. <br> Foto RD

Zowel nabestaanden als toeristen rijden met bus (”battlefield tours”), eigen auto of fiets langs de vele musea, monumenten, gedenk- en littekens. Op zoek naar indrukken, souvenirs en verhalen. Alleen al op het grondgebied van de gemeente Ieper liggen 147 soldatenkerkhoven, die een eigen taal spreken.

Op de meeste graven staat geen grassprietje verkeerd, maar het verschil tussen Duitse en geallieerde ”cemeteries” is opvallend. Een Duits kerkhof is geladen, streng en somber. Je zult er nooit een kind zien spelen. De Britse begraafplaatsen daarentegen lijken net tuinen; van het vroege voorjaar tot laat in het najaar bloeit er wel iets. Het lijkt alsof hier de dood is geaccepteerd.

Ongetraind
Bij Vladslo, niet ver van Diksmuide, spreekt het beroemde beeldhouwwerk van Käthe Kollwitz op de Duitse militaire begraafplaats boekdelen. ”Het treurende ouderpaar” toont het verbeten leed van een vader en het door smart gebroken lichaam van een moeder. Beiden staren met een lege blik over grijze, liggende stenen; het Vredesverdrag van Versailles verbood de Duitsers immers witte kruizen.

Peter ligt aan hun voeten. De gesneuvelde zoon van de Duitse kunstenares was een van de vele vrijwilligers die minderjarig en tegen de zin van hun ouders naar het front togen. Zonder enige training en opgewekt als een kind. Elf dagen later, op 23 oktober 1914, kon de musketier het niet meer navertellen.

Op Tyne Cot Cemetery bij Passendale, ’s werelds grootste Commonwealth-begraafplaats, steken inderdaad bloemen hun kopjes boven het maaiveld. De kleuren steken bont af tegen 12.000 spierwitte zerken, die keurig in het gelid staan en vaak hetzelfde opschrift dragen. ”Known unto God”, ”Known unto God”, ”Known unto God”… Rij na rij. Een boogvormige muur bevat bovendien de namen van 34.957 vermisten, waarvoor op de Menenpoort geen ruimte meer was.

Hoge prijs
Passendale is het verste punt dat door de Britten tijdens de derde (en laatste) slag bij Ieper wordt veroverd. De koppige Schotse opperbevelhebber Douglas Haig beveelt op 31 juli 1917 z’n manschappen uit de loopgraven te komen. De ”slager” weigert het front te bezoeken omdat het zijn ”objectiviteit” zou aantasten; de hardvochtige veldmaarschalk werd ”onpasselijk” bij het zien van bloed en gewonden.

Terwijl het onophoudelijk regent proberen infanteristen door de Duitse linies te breken. Vier miljoen granaten ploegen de grond om. De doorweekte soldaten ploeteren moeizaam vooruit, maar na ruim drie maanden is er amper terreinwinst geboekt. De prijs van deze lijdensweg is hoog: 300.000 Tommies komen om. Nog altijd graven landbouwers in het polderlandschap stoffelijke resten op…

Wereldwijd symbool
Ook deze zomer zullen de ”kollebloemen” Vlaanderen weer helrood doen vlammen. In het Engelse Richmond produceert de Royal British Legion Poppy Factory elk jaar 40 miljoen kunststof klaprozen, bestemd voor allerlei herdenkingsplechtigheden. Dankzij John McCrae groeide de papaver uit tot een wereldwijd symbool voor de geallieerde gesneuvelden.

De Canadese chirurg dichtte in de nacht van 3 mei 1915 het beroemdste gedicht van de oorlog. Getroffen door gruwel en ellende vertrouwde de bataljonsarts, zittend op de treeplank van een ziekenwagen, ”In Flanders’ fields the poppies blow” aan het papier toe. Op de plek langs het Ieperleekanaal tref je nu Essex Farm Cemetery aan.

McCrae zelf overlijdt op 28 januari 1918 aan de gevolgen van gifgas, griep en algehele uitputting. De volgende dag wordt hij met militaire eer ter aarde besteld in Wimereux. Z’n paard Bonfire stapt achter de lijkkist aan. De rijlaarzen -naar oud militair gebruik- achterstevoren in de stijgbeugels.

Meer informatie over Ieper en de Westhoek: Toerisme Vlaanderen & Brussel in Den Haag, 070-4168110, fax: 070-4168120, verkeersbureau@toerisme-vlaanderen.nl. Zowel de ”In Flanders Fieldsroute” als de ”IJzerfrontroute” -uitgaven van de West-Vlaamse Vereniging voor de Vrije Tijd- leidt langs veel markante herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer