Democraten’66 zijn weinig democratisch
D66 zegt te staan voor democratie. Het laatste congres van de partij was daar geen bewijs van, stelt mr. C. M. Verkade.
De zaterdag waarop het D66-congres werd gehouden was een rumoerige. De D66-beslissing om in de regering te blijven ging gepaard met veel herrie, chaos, geschreeuw, boegeroep, applaus.
Tot voor kort was het spannend hoe het er op een congres van de partij die als het ware suggereert de democratie uitgevonden te hebben, aan toe zou gaan. Af en toe hoorde je wel spreken over chaos. Bekend was de ingewikkeldheid van de besluitvormingsprocedures.
Op het D66-congres kwam er aan al deze spanning een einde: iedereen mocht meekijken hoe de „meest democratische” partij zichzelf voor schut zette. Maar liefst twee dagvoorzitters waren nodig doch niet in staat om de orde te handhaven.
Oude tijden van Poolse landdagen en Sovjettijden (het lot van het kabinet lag in handen van 2200 D66-leden) herleefden bij de partij van de vernieuwing. De D66-leden blijken zelfs een eigen aanspreektitel te hebben: tot vervelens toe klonk honderden malen ”democraten”, een waardige vervanger voor ”kameraden”.
Het begrip democratisch bleek ingewikkeld. Mensen met gans verschillende vergaderplannen beriepen zich erop dat hun plan democratisch was. Op den duur riep de dagvoorzitter: „Volgens mij is dat óók democratisch.” Ook sprak zij de democratische woorden: „Nee, nee, geen discussie.”
Op den duur besloot zij dat tientallen mensen die nog nimmer gesproken hadden, toch hun zegje niet mochten doen. Zelfs een voorstel om alle bij de microfoons staande mensen nog te laten spreken, werd door de democratiekundige dagvoorzitter afgewezen.
Pal voor de allesbepalende verkiezing werd er om stemverklaringen uit de zaal gevraagd. Als bij geval kregen toen oude partijprominenten het woord bij de vanwege vernieuwing en verjonging bekendstaande D66. Met hun niet bij democratie behorende demagogische spelletjes en haaks op de principes van D66-staande pragmatische opmerkingen wisten zij de zaal de goede kant op te duwen: de meerderheid stemde voor verlenging van de D66-deelname aan het kabinet.
Dat partijvoorzitter Pechtold politieke aspiraties bleek te hebben en minister werd, is ook geen democratisch hoogtepunt, om maar niet te spreken van het feit dat hij een dag of drie voordat het congres zich op democratische wijze kon uitspreken over opvolging voor oud-minister De Graaf partijbaronesk benoemd werd.
Frappant was ook dat de partij ondanks alle schoon klinkende idealen toch een doel op zichzelf geworden is. Dit bleek onder meer uit de bijdrage van partijgoeroe Jan Terlouw, die het congres ervan probeerde te overtuigen dat het ja tegen het vernieuwde regeerakkoord diende te zeggen. „Als we nu nee zeggen, moeten Dittrich en anderen aftreden en dan gaan we verdeeld zonder leider de verkiezingen in. Dan is de partij echt kapot en heeft Van Thijn echt een feestdag.”
Terecht wees een congresganger met afkeer op de angst van de partijleiding voor de kiezer, terwijl ook dat haaks staat op democratie. Ook democratisch stemmen blijkt moeilijk te zijn en het vertrouwen van de stemcommissievoorzitter in de democraten gering. Hij vroeg alle mensen om elkaar te helpen met de juiste kaart (degene met zwarte en niet met witte bedrukking) op te steken.
SGP
Voordat het democratische congres een aanvang nam, had er zich ook al veel bijzonders afgespeeld. De partijleiding had aanvankelijk als ledenlokkertje gezegd dat mensen die die week lid werden ook mee mochten stemmen op het congres en dagelijks nam het ledenaantal fors toe, totdat het bestuur de indruk kreeg dat mensen met verkeerde motieven naar het congres wilden komen, waardoor per decreet aangegeven werd dat mensen nog slechts spreekrecht (na het congres weten we hoeveel die toezegging waard is bij democraten) kregen en een lid pas stemrecht kreeg als het lid via een toelatingscommissie toegelaten was.
Blijkbaar kan niet iedereen lid worden van D66, hetwelk hun verwijt dat de SGP niet iedereen als lid accepteert in een vreemd daglicht zet.
Een spannende vraag die rest is of de oorzaak voor het congres wellicht democratisch was. Welnu, wat blijkt: PvdA-senator Van Thijn (op het congres als vijand afgeschilderd) en zijn fractie hebben bij de finale stemming gestemd volgens hun visie, geweten en in overeenstemming met hetgeen de fractie van meet af aan over dit voorstel gezegd heeft. Als democratie inhoudt dat dat niet meer kan, dan blijkt democratie een lege huls te zijn.
Na de gerezen consternatie van de afgelopen weken is het duidelijk: Niet alleen de a- en antigodsdienstigheid van D66 is levensgevaarlijk, ook zijn visie op bestuurlijke vernieuwing en vooral de achterliggende visie op democratie is zorgwekkend.
voetnoot (u17(De auteur is politicoloog, docent aan de Evangelische Hogeschool en directeur van Van Dam, Van Dam & Verkade BV.