Buitenland

„Mijn kleinkinderen hebben alleen mij nog”

Gogo (grootmoeder) Dube zorgt voor haar vijf kleinkinderen sinds haar zoon en schoondochter twee jaar geleden overleden aan de gevolgen van aids. Wellicht ziet de vrouw bijzonder weinig van de 4 miljoen euro die de regering van Swaziland uittrekt om grootouders van aids-wezen te steunen. Er zijn nog veel andere grootouders die in dezelfde situatie verkeren.

James Hall (IPS)
18 April 2005 09:41Gewijzigd op 14 November 2020 02:27

„Ik had me mijn leven anders voorgesteld”, zegt Gogo Dube, een kleine maar kwieke grijze vrouw van 67. „Het is een tragedie als een ouder haar kinderen overleeft. En het is triest dat de kinderen nu zonder ouders moeten opgroeien. Ik ben de enige die mijn kleinkinderen nog hebben. Maar ik heb geen geld en bijna geen eten voor hen.”

Dube staat voor haar huisje van leem en stro, met daarnaast een kaal, winderig veld. Ze woont vlak bij de hoofdstad Mbabane. De winter staat voor de deur en ze herinnert zich hoe de winter van vorig jaar extra koud leek omdat er zo weinig te eten was. „Wat moet je als je geen eten hebt? De kinderen huilen en je geeft hun water, zodat ze toch iets in hun maag hebben. Maar soms wordt het daardoor alleen maar erger”, zegt ze.

Op haar echtgenoot, vroeger schoolhoofd, hoeft Dube niet te rekenen. Polygamie is legaal in Swaziland en haar man had nog twee andere vrouwen. Een van hen is overleden en hij woont nu bij zijn jongste vrouw en haar kinderen. Dube heeft hem al twee jaar niet gezien. „Vroeger woonden de mannen en hun vrouwen bij elkaar. De vrouwen en de kinderen hielpen elkaar. Dat was een goed systeem, maar die gewoonte is langzamerhand verdwenen. De vrouwen wonen nu op verschillende plaatsen”, zegt Dube.

Bescheiden hulp is echter onderweg, door bemoeienis van niet-gouvernementele organisaties en een overheidsinitiatief dat bedoeld is om ouderen financieel te steunen. „De ouderen worden in ons land over het hoofd gezien omdat door de aids-epidemie alle aandacht gaat naar bevolkingsgroepen die seksueel actief zijn”, zegt sociaal werkster Thandi Gama.

Meestal hebben ouderen niet genoeg geld om ook hun kleinkinderen te onderhouden, soms kampen ze bovendien met een zwakke gezondheid. De regering heeft 5 miljoen dollar gereserveerd voor een hulpprogramma voor de grootouders. „Normaal gesproken zorgen kinderen voor hun ouders. Maar er is nu een grote omslag gaande”, zegt Gama.

Het overheidsbudget voor de ouderen is relatief klein. Sociale instellingen zoeken dan ook naar andere middelen om de ouderen te helpen. Eén manier is samenwerking en solidariteit tussen vrouwen van alle leeftijden te stimuleren.

Een vrouw uit een arm gezin doet in Swaziland doorgaans alles. Naast het huishouden werkt ze vaak ook op het land, verkoopt ze producten op de markt, voedt ze de kinderen op en zorgt ze voor zieken en ouderen. Als plattelandsvrouwen zich verenigen, kunnen ze die taken beter verdelen.

Op het platteland en in de stad werken vrouwen van alle leeftijd steeds meer samen in projecten voor onderlinge hulp, coöperaties en marktgroepen. Daardoor kunnen ze geld en arbeidskracht combineren. Sommigen openen samen een spaarrekening of gaan een lening aan.

Dergelijke samenwerkingsverbanden zijn in heel Afrika te vinden. In Mozambique zorgt de Algemene Unie van Coöperaties voor de levering van het grootste deel van de groente en het fruit dat verkocht wordt in de hoofdstad Maputo. In Benin is naar schatting 8 procent van de vrouwen lid van een coöperatie, maar 90 procent doet mee aan spaar- en kredietgroepen voor vrouwen.

In zuidelijk Afrika krijgt de moeilijke situatie van ouderen de laatste tijd meer aandacht. Regeringen en hulpverleningsorganisaties beseffen dat de zorg voor de kleinkinderen voor ouderen een zware belasting is. In Zambia zijn werkgelegenheidsprojecten opgezet om ouderen aan extra inkomsten te helpen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer