Dat stelde prof. dr. M. te Velde vrijdag tijdens de bespreking van het revisieverzoek ”Rechtseffect van besluitvorming door de generale synode” op de generale synode van Amersfoort.

De synode van Zuidhorn (2002) besloot onder meer dat „de besluiten van de generale synode in de plaatselijke kerk als aanvaard gelden, tenzij de kerkenraad binnen zes maanden na het ontvangen van de Acta gemotiveerd het tegendeel verklaart en bij de eerstvolgende synode in revisie gaat.” Vanuit de kerken waren verschillende revisieverzoeken tegen dit besluit binnengekomen. Zo zou de tijd om te ratificeren (goedkeuren) te kort zijn.

Prof. Te Velde merkte op dat het besluit van Zuidhorn „niet nodig was geweest. Alleen, in onze kerken heeft zich de gewoonte ontwikkeld om besluiten uitvoerig te gaan bestuderen en deze pas daarna al dan niet te ratificeren. In de praktijk kan dat echter tot rechtsongelijkheid leiden. Vandaar dat Zuidhorn heeft gezegd dat kerkenraden binnen een redelijke termijn moeten ratificeren. Synodebesluiten zijn geldig op het moment dat ze genomen zijn.”

Met overgrote meerderheid verwierp de synode de revisieverzoeken.