Unilever formuleert eis tegen AH niet van harte
De eis in kort geding van voedingsmiddelenconcern Unilever dat Albert Heijn stopt met het „na-apen” van A-merken ging vrijdag niet van harte. Albert Heijn is tenslotte veruit de grootste afnemende supermarkt van Unilevers producten in Nederland.
„We hebben tot eergisteren ons best gedaan om er zonder proces uit te komen. Een relatie die al tachtig jaar bestaat ga je niet om niets op het spel zetten”, aldus Unilevers raadsman J. van Manen. Als gebaar aan Albert Heijn liet hij zijn vordering voor het opleggen van een dwangsom vallen.
Voor Unilever is de maat echter wel vol. Het concern wil dat de rechter een einde maakt aan het „systematisch nabootsen” van zijn merken als Lipton, Calvé, Becel, Blue Band, Croma en Bertolli door Albert Heijn. „Met het uiterlijk van hun merken moeten ze wegblijven van die van Unilever. Het bedrijf investeert jaarlijks miljarden euro om de A-status van zijn merken te verwerven en te behouden. Albert Heijn lift nu gewoon mee op de onderzoeks- en ontwikkelingskosten.”
De zittingzaal leek wel een kleine supermarkt. De door beide partijen uitgestalde artikelen moesten aantonen in hoeverre er sprake is van imitatie, inbreuk op merkenrecht en „parasietengedrag” dan wel van „absurde eisen.”
Unilevers raadsman Van Manen kwam met een recent marktonderzoek. Door de nieuwe, zoveel op die van Unilevers topmerken lijkende verpakkingen, zou het marktaandeel van Albert Heijns huisproducten 2,5 maal zo groot zijn geworden. „Bij de vloeibare margarines heeft Albert Heijn in vier weken tijd zijn aandeel van 15 naar 60 procent zien stijgen.”
Er is volgens Van Manen sprake van verwarringsgevaar en dat is strijdig met het merkenrecht. Ook daarvoor had hij een steekproef. Uit dit onderzoek bleek dat 36 procent van de 500 ondervraagden met AH-margarinekuipje van doen dacht te hebben met Becel. Bij pindakaas trapte een op de drie erin en bij ijsthee wees een kwart AH’s huismerk aan als Unilevers A-merk Lipton.
Volgens Aholds raadslieden is er sprake van gezonde concurrentie. „Ze moeten er bij Unilever aan wennen dat ze hun comfortabele positie dreigen kwijt te raken”, aldus K. Stöpetie. Hij liet het gehele AH-assortiment zien waartegen Unilever zoveel gram koesterde en stelde dat er een vaste lijn is waar alle in hun nieuwe jasje gestoken huismerken aan zijn te herkennen.
„Daarbij is kleurstandaardisatie van belang, zoals dat light-producten blauw zijn. Dat geeft herkenning bij de consument.” De omvorming is al bij 2500 van de 4500 huisartikelen geschied. De kleurcode is volgens Stöpetie bedoeld om verwarring te voorkomen. Er is nog genoeg „onderscheidend” vermogen, aldus de raadsman.
Albert Heijns commercieel directeur S. van der Laan vatte aan het eind van de zitting de optiek van de supermarktketen samen met de opmerking: „Het zijn onze winkels en niet die van Unilever.” Rechter H. Uniken-Venema doet 28 april uitspraak.