Uren achter de dvd-speler op zolder
De schooltas belandt met een dreun in de gang. Een korte groet en Henk is op weg naar boven. Wat hij daar toch allemaal doet achter de computer? Zijn ouders hebben er geen idee van.
Een deel van de ouders ervaart daarin grote verlegenheid en vraagt om een handreiking voor de opvoeding en het gesprek met hun kinderen. Andere ouders gaan het echter uit de weg; geven hun kinderen vrij baan. „Juist de ouders die het het hardst nodig hebben, bereik je vaak niet met al je opvoedings- en voorlichtingsavonden”, zei directeur J. H. Mauritz van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) vrijdag tijdens het congres ”Christen zijn vandaag”. De bijeenkomst was georganiseerd door MediaWijzer, het platform voor genormeerd mediagebruik dat ontstond na de RD-enquête over jongeren en media.
Diverse sprekers schetsten de ontwikkelingen, die zich in een hoog tempo voltrekken: Laptops zonder een dvd-speler en een tv-kaart zijn er binnenkort niet meer. Mobieltjes zonder internet ook niet. Veel ouders verdiepen zich niet in het abonnement dat jongeren voor hun mobieltje nemen. Jongeren kijken het meest naar speelfilms; hun ouders denken ondertussen dat ze documentaires bekijken. Op de middelbare scholen worden veel gewelddadige spelletjes uitgewisseld.
„Bakens terugzetten is vaak moeilijk”, signaleerde Mauritz. „Bijvoorbeeld van open naar gefilterd internet. De dialoog tussen ouders en tieners hapert nogal eens. Uit onderzoek blijkt dat in een kwart van onze gezinnen de sfeer niet zo fijn is dat jongeren zich er goed voelen. En hoe is het in de kerk? Staan we open voor jongeren of lopen we met een boog om hen heen?”
„Jongeren geven zelf nogal eens aan dat er wel communicatie met hun ouders is, maar selectief: Je vertelt natuurlijk niet alles”, werd tijdens een workshop opgemerkt. Een jongere: „Het gaat niet alleen om ons gedrag. Als de computer met dvd-speler op zolder staat, geven ouders veel te veel mogelijkheden.” Een docent: „Als ik tijdens opvoedingsavonden zeg: Zet die computer in de huiskamer, reageren ouders soms: Daar hebben we er geen ruimte voor.”
Een vader: „Mediaopvoeding moeten we niet losmaken uit het geheel van de opvoeding. Hebben we belangstelling voor onze kinderen en is er een open communicatie, dáár gaat het om.” Een moeder: „Je kunt niet alles bijfietsen, maar je kunt je kinderen wel aanspreken op hun persoonlijke verantwoordelijkheid voor de Heere.” Een docent: „Een beetje experimenteergedrag hoort bij jongeren. Laten we niet te zwart-wit praten over onbekwame ouders en bekwame jongeren. Er is veel meer wat ouders en hun kinderen bindt dan wat hen scheidt.”
„Ga met de jongeren in gesprek”, zei ook jeugdbonddirecteur Mauritz. „Doe dat persoonlijk of in kleine groepen en maak de problemen concreet: wat betekent het om in een zondige wereld te leven, wat vraagt God van jou, welke geboden hebben iets te maken met Spits en Metro en met speelfilms, en wat is jouw persoonlijke identiteit? Praat door over MSN, over chatten. Zorg ervoor dat deze gesprekken niet alleen een negatieve insteek hebben.”
Internet en dvd-gebruik zijn in het merendeel van onze gezinnen ingeburgerd, aldus Mauritz. „Er wordt echter steeds meer beseft dat er niet alleen in het handelen, maar ook in het denken distantie moet zijn. Opvoeders moeten wijzen op de vreemdelingschap, en op de houding van Jozef: Zou ik zulk een groot kwaad doen en zondigen tegen God? Gewetensvorming is zo belangrijk voor jongeren die leven in een postmoderne belevingscultuur: als het goed voelt, moet het eigenlijk wel kunnen.”
„Gebruiken we niet te grote woorden?” vroeg prof. dr. J. Hoogland, bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Universiteit Twente. „Schokkend, verontrusting, uitholling, hellend vlak.” De Heere Jezus gaat ons niet voor in het zo veel mogelijk ontwijken van gevaren, vindt Hoogland. „Je identiteit behouden is lastig. Misschien staan we voor de uitdaging de identiteit ingrijpend te vernieuwen. Wie niet kiest voor de levensstijl van de Amish, moet er rekening mee houden dat de moderne media tot in het hart van zijn huis zullen doordringen. In christelijke kring bestaat daartegen te veel verzet.”
Daarom benadrukte ook Hoogland het belang van de innerlijke weerbaarheid. „Jongeren moeten zo’n vorming krijgen dat ze een sterke autonome persoonlijkheid opbouwen. We moeten jongeren niet beschermen tégen die autonomie maar bescherming verlenen ín hun autonomie. De christelijke gemeenschap is de voedingsbodem voor het vormen van sterke mensen.” Tijdens de forumdiscussie voegde Hoogland daaraan toe dat dat niet betekende dat er geen grenzen meer gesteld hoeven te worden. „Maar je moet dat doen met het doel dat kinderen zelf hun grenzen leren bepalen.”
„Mediagebruik geeft mede uiting aan het zoeken naar zin, maar die vinden we alleen in een persoonlijke relatie met God”, zei prof. dr. ir. H. Jochemsen, lector aan de Christelijke Hogeschool Ede. „Een houding van ascese is nodig. Dat is geen kniezerig bestaan zonder te genieten van wat God geeft, maar als Daniël ons hart erop richten dat we ons niet verontreinigen.” Evenals Hoogland zei Jochemsen dat er geen spanning hoeft te zijn tussen gewetensvorming en richtlijnen. „Maar met alleen kaders red je het niet.”