De vakcentrales FNV, CNV en MHP zijn morrend akkoord gegaan om te voorkomen dat het kabinet nog harder in de WW ingrijpt. „Uiteindelijk slikken we bittere pillen, omdat die van het kabinet nog veel bitterder zijn”, zei CNV-onderhandelaar J. Westerbeek.

Volgens het SER-advies aan het kabinet heeft een ontslagen werknemer afhankelijk van hoe lang hij heeft gewerkt recht op maximaal 3 jaar en 2 maanden WW. De uitkering kan nu nog vijf jaar duren. Ook wordt de toegang tot de WW beperkt. Nu komt iemand voor een uitkering in aanmerking, als hij tenminste 26 weken (een half jaar) in de laatste 39 weken (negen maanden) heeft gewerkt. In het voorstel van de CER moet iemand in een kortere tijd, 36 weken voorafgaand aan ontslag, minimaal 26 weken hebben gewerkt.

Aanvankelijk was het plan om de zogeheten wekeneis te stellen op 27 uit de laatste 39 weken. Hierdoor dreigden mensen met de veelvoorkomende halfjaarcontracten buiten de boot te vallen. Dat stuitte vooral op verzet bij de achterban van de FNV. FNV-onderhandelaar T. Heerts wees erop dat de massale vakbondsacties van vorig jaar tegen het kabinetsbeleid onder meer gericht waren tegen de geplande ingrepen in de WW.

Voorzitter H. van der Kolk van de grootste FNV-bond, Bondgenoten, zei „nog steeds grote moeite” te hebben met het SER-advies. Ondanks een eerdere afwijzing door zijn leden stemde hij desalniettemin vrijdag in met de plannen, mede omdat het kabinet duidelijk heeft gemaakt dat vooral een unaniem advies zwaar zou wegen.

In het sociaal akkoord sprak het kabinet vorig jaar november met de sociale partners af, dat zij de kans krijgen om in SER-verband met een alternatief bezuinigingsplan te komen. Werkgevers en de vakbeweging vrezen namelijk dat geplande kabinetsingrepen de flexibiliteit uit de arbeidsmarkt halen. Verrekenen van ontslagvergoedingen met uitkeringen zou reorganiseren moeilijker maken. Ook zou het schrappen van de kortdurende WW vooral jongeren en andere mensen met vaak tijdelijke contracten treffen.