Afrikanen als zendelingen naar Europa
Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse christenen helpen kerken in Europa met evangelisatie en opbouw van de gemeente. Een ongekende situatie, maar wel het doel van de European Baptist Mission (EBM), zeggen voorzitter dr. Helmut Rabenau en algemeen secretaris Hans Guderian. In Emmen ging donderdag de driedaagse zendingsconferentie van de EBM van start.
De jaarlijkse conferentie heeft voor de derde keer in de geschiedenis van de EBM in Nederland plaats. De baptistenunies van Frankrijk, Duitsland en Zwitserland richtten de organisatie in 1954 op. Doel was om met de kerken overzee de zending gezamenlijk krachtiger ter hand te kunnen nemen. In het dakverband werken landen samen uit Europa, Afrika en Latijns-Amerika.
Ongeveer honderd vertegenwoordigers bezoeken de conferentie. Ze komen uit onder meer Finland, Noorwegen, Tsjechië, Italië, Spanje, Duitsland, Argentinië, Brazilië, Mozambique, Kameroen, Sierra Leone en Nederland. Een van de kenmerken van de EBM is dat er alleen zendelingen worden uitgezonden op verzoek van de ontvangende landen. Dit gebeurt om een bevoogdende houding te vermijden. De bestuursleden Rabenau en Guderian, respectievelijk afkomstig uit Oostenrijk en Duitsland, willen benadrukken dat de inbreng uit de derde wereld nodig is om de kerk in het Westen te versterken. „Het is een zegen dat wij het Evangelie nu via hen weer terugkrijgen.”
Zending is in haar kern het bereiken van mensen met de boodschap van het Evangelie, opdat zij langs de weg in Christus vergeving en nieuw leven bij God mogen ontvangen, zegt Guderian. Behalve voor dit verticale aspect heeft de EBM veel aandacht voor sociaal werk. „Bij zending hebben wij de hele mens op het oog. Zo investeren wij bijvoorbeeld ook veel tijd en geld in het opzetten van ziekenhuizen, kindertehuizen en scholen.”
Guderian ziet de overzeese kerken als partners die samen met de westerse kerken zich bezinnen op de waarde van het Evangelie. „Wij zijn niet alleen als gevende kerken van belang, zoals in het verleden, maar omgekeerd hebben wij de niet-westerse kerken nodig om van ze te leren. Dat gegeven willen we steeds meer uitwerken. Het zal zelfs leiden tot verandering van onze naam, omdat we nog steeds Europa in ons vaandel dragen. Al enkele jaren komen predikanten uit Zuid-Afrika naar Oostenrijk om daar de gemeenten te dienen en te adviseren. Dit jaar voor het eerst is er een uitwisselingsprogramma tussen Kameroen en Duitsland: er werken deze zomer twee predikanten in Berlijn. We noemen dat met een Engelse term ”reverse mission”. De tijd van het eenrichtingsverkeer is voorbij.”
Dr. Rabenau zegt overigens dat er al lange tijd sprake is van inbreng van buitenlandse zendelingen in Europese landen. Hij noemt als voorbeeld Frankrijk, waar talrijke Afrikaanse voorgangers een belangrijke rol spelen in christelijke gemeenten. „Het is een zegen dat zij het Evangelie weer naar ons terugbrengen nadat wij het bij hen gebracht hebben. Juist in werelddelen zoals Afrika en Latijns-Amerika groeit het aantal christenen sterk. Het aantal baptisten is bijvoorbeeld in Afrika de laatste tien jaar verdrievoudigd, nog veel meer dan in Europa.”
Dr. Rabenau zegt dat de rol van de zending erg veranderd is. „Vroeger waren zendelingen pioniers die scholen en ziekenhuizen stichtten en de basisbehoeften op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg vervulden. Al deze instellingen zijn door de inheemse kerken overgenomen, met uitzondering van de grote instituten die nog door het Westen worden gesteund. De taak van de westerse zending moet hierin voorzien dat overzeese christenen hun verantwoordelijkheid meer beseffen. Maar vooral is het van belang dat ook zij oog krijgen voor de wereldzending. Het mooie is dat de vrijwilligersgroepen, zoals die in Europa opgezet zijn, ook aanstekelijk werken op de landen overzee. Afrikanen willen nu hun zendelingen spontaan uitzenden en zelfs hun eigen vliegtickets daarvoor betalen.”
Guderian ziet de inbreng van de Afrikaanse kerken vooral in de grote levendigheid en vreugde waarmee zij -ondanks alle moeiten- het geloof beleven. „De gemeenten kennen daar een grote vreugde en uitstraling. Er zijn in hun landen vaak grote problemen. Maar Afrikanen zeggen ondanks alles: God zal ons er doorheen helpen. Van die hoop kunnen we leren, ook van hun waardering van gemeenschappen. Wij zijn, ook in onze kerken, veel te individualistisch.”
De grondslag van de EBM is niet vastgelegd in een belijdenis. Guderian: „Baptisten kennen eigenlijk geen belijdenis. Wel geven wij rekenschap van ons geloof. Zo belijden wij Gods leiding in ons leven en zien wij Christus als de enige weg van heil. Je zou ons evangelicaal kunnen noemen, maar dan in de positieve zin van het woord. Wij willen ook vooral recht doen aan de zelfstandige baptistenunies in de verschillende landen en rekening houden met hun cultuur. Vooral in Afrika wordt dit erg op prijs gesteld. Maar dat maakt het voor ons soms moeilijk ons erg duidelijk uit te spreken.”