„We zíjn Europeanen”
Koningin Beatrix brengt een staatsbezoek aan Roemenië. Het is 28 jaar geleden dat haar ouders dat deden. Zij gaat zonder de nog niet echt fitte prins Claus. Ook prins Willem-Alexander is er niet bij, want hij stelt zijn bruid voor tijdens de laatste kennismakingsbezoeken in Utrecht en Drenthe. Minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken verpoost elders wegens VN-bezigheden in New York. Het bezoek begint morgen en duurt tot en met donderdag.
In plaats van de minister gaat staatssecretaris Benschop van Buitenlandse Zaken mee. Benschop heeft Europa in zijn portefeuille. Roemenië heeft het lidmaatschap van de Europese Unie en de NAVO zeer hoog op de agenda staan. Het land is officieel toekomstig lid van de EU geworden. Het probeert zich qua wet- en regelgeving helemaal op Europa af te stemmen. Het houdt er rekening mee dat het in 2007 kan toetreden. „We worden geen Europeanen, we zijn Europeanen. We komen terug bij onze familie”, zegt Iulian Buga, sinds 12 september 2001 de Roemeense ambassadeur in ons land.
Roemenië beschouwt het Nederlandse staatsbezoek dan ook als een belangrijk gebaar in de goede richting. Roemeense journalisten hebben zich in groten getale gemeld bij de Nederlandse ambassade in Boekarest om het bezoek te verslaan. „Als het niet al te koud is, zullen er veel mensen langs de straat staan zwaaien als de Koningin langskomt”, aldus ambassadesecretaris Daniela Gitman.
Geen ’tijger’
Tot 1989 was Roemenië een communistische staat, bestuurd door dictator Nicolae Ceausescu. Na de val van het bewind –met de bloedige executie van het echtpaar Ceausescu op Eerste Kerstdag– probeerde het zich omhoog te werken tot democratie. Dat lukte mondjesmaat. Na een drietal verkiezingen is de ex-communist Ion Iliescu sinds vorig jaar weer president –hij was dat ook van 1992-1996– en probeert het land onder zijn leiding hervormingen door te voeren.
Echt lukken wil het nog niet met de economie. De werkloosheid is hoog en de meeste jonge goedopgeleide mensen hebben een beter betaalde baan in het buitenland. Toch is er hoop. Al behoort Roemenië niet tot de ’tijgers’ van Oost-Europa, op de lange termijn heeft het land genoeg te bieden. De 22,5 miljoen Roemenen hebben het voor een groot deel niet echt slecht, maar ook niet breed. Het gemiddelde inkomen schommelt rond de 380 gulden per maand en daarvan kun je in Roemenië minimaal leven. Ondanks het redelijke gemiddelde inkomen zitten naar schatting enkele miljoenen Roemenen onder de armoedegrens. Alcoholisme vormt er een groot probleem.
Over dit jaar wordt een economische groei van rond de 4 procent verwacht. Er wordt nu jaarlijks voor een slordige 24 miljard gulden uitgevoerd, waarvan voor 678 miljoen gulden naar Nederland. Ons land exporteert jaarlijks voor 914 miljoen gulden aan Roemenië.
Roemenië noemt zich een markteconomie, maar bevindt zich nog in de overgang van een centraal geleide economie naar een markteconomie. De staatssector is nog steeds sterk. Buitenlandse investeerders hebben wel belangstelling voor Roemenië, maar zijn nog aarzelend vanwege de bureaucratie, de matige financiële infrastructuur en de corruptie. Een nieuwe wet moet de weg naar directe buitenlandse investeringen vergemakkelijken.
Premier Adrian Nastase bracht onlangs nog een bezoek aan Canada en de VS om potentiële investeerders aan te trekken. Nederlanders staan volgens Buga wel vooraan in de rij van belangstellenden. Het staatsbezoek komt dus op een moment dat de belangstelling voor Roemenië in Nederland toeneemt.
Verder kampt het land nog altijd met het probleem van de zwerfkinderen. Er wordt –ook via Nederlandse hulporganisaties– aan gewerkt om het probleem op te lossen. Koningin Beatrix brengt woensdag in Boekarest een bezoek aan Kinderopvangcentrum nr. 12, dat onderdak biedt aan 88 zwerfkinderen.
Mensenrechten
In politiek opzicht kan Roemenië, na afsluiting van het gruweltijdperk onder dictator Ceaucescu, tegenwoordig als parlementaire democratie de toets van de kritiek doorstaan. Roemenië-kenner en docent Roemeense taal en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam dr. Dorin Perie heeft nog wel enige reserves, want Illescu’s partij PSDR (Partij van de Sociaal-Democratie in Roemenië) heeft nogal wat kader overgenomen uit de oude communistische partij. „Toch gaat het allemaal steeds meer in een echt sociaal-democratische richting”, vergoelijkt Perie. Roemenië heeft zich na de aanslagen van 11 september ook nadrukkelijk achter de Verenigde Staten opgesteld.
Met de persvrijheid is het in Roemenië zelfs buitengewoon goed gesteld, aldus Perie. „Soms gaat het wel eens heel ver, tot aan scheldkanonnades toe.” In het opzicht van de mensenrechten valt Roemenië evenmin meer iets te verwijten. Die zijn sinds 1989 aanmerkelijk verbeterd. De partij van de Hongaarse minderheid doet bijvoorbeeld volop mee in de politiek.
Michael
Roemenië, dat zich in 1881 uitriep tot koninkrijk, is sinds de Tweede Wereldoorlog geen monarchie meer. In 1944 liet de toen jonge koning Michael de fascistische dictator Antonescu arresteren en schaarde hij zich aan de zijde van de geallieerden. Drie jaar later werd hij echter door de communisten weggestuurd en koos hij voor ballingschap in Zwitserland. Inmiddels is Michael 80, maar geniet hij nog steeds veel respect.
In 1997 kreeg hij zijn staatsburgerschap terug, terwijl hij al eerder hartelijk was onthaald door de Roemeense bevolking. Naar verluidt wordt er tijdens het Nederlandse staatsbezoek aan Roemenië misschien een plekje ingeruimd voor de oude koning. Voor koningin Beatrix is hij namelijk geen onbekende. Gezien zijn hoge leeftijd lijkt het niet waarschijnlijk dat hij dezelfde ambities heeft als Simeon in het buurland Bulgarije.