Commando’s maandag naar Afghanistan
Nederland stuurt maandag vanaf de vliegbasis Eindhoven het grootste deel van een eenheid van 165 commando’s en mariniers naar het zuidoosten van Afghanistan in het kader van de strijd tegen het terrorisme. De eenheid ’special forces’ heeft een eigen gebied toegewezen gekregen en moet proberen de basis te leggen voor herstel van het centrale gezag in de regio. De rest van de eenheid en ondersteunende militairen met vier Chinook–transporthelikopters volgen naar verwachting ongeveer een week later.
De missie die een jaar duurt is een van de meest riskante die Nederland de afgelopen jaren heeft ondernomen. Minister Kamp van Defensie zwaait de hoofdmacht dan ook persoonlijk uit op de vliegbasis.
De Tweede Kamer stemde ruim een maand geleden in met de Nederlandse bijdrage van in totaal 250 man aan de door de Amerikanen geleide Operatie Enduring Freedom (OEF). De PvdA, SP en GroenLinks stemden tegen, vooral vanwege onduidelijkheid over de vraag wat er met eventuele krijgsgevangenen zou gaan gebeuren.
Hoofdtaak van de Nederlandse militairen is het in kaart brengen van de situatie in het hun toegewezen gebied. Daarnaast kunnen zij worden ingeschakeld voor gevechtsacties tegen terroristen van Al–Qaeda en strijders van de Taliban en de Hezb–i Islami van de lokale krijgsheer Gulbuddin Hekmatyar, die door president Karzai gezocht wordt wegens oorlogsmisdaden.
De Nederlandse eenheid kan rekenen op Amerikaanse ondersteuning en als het benauwd wordt op steun van Nederlands F16’s. Nederland heeft sinds vorige maand vier gevechtsvliegtuigen gestationeerd bij de hoofdstad Kabul. De toestellen zijn in eerste instantie bedoeld voor de Internationale Veiligheidsmacht (ISAF), maar kunnen ook worden ingezet om de commando’s te ondersteunen als bijvoorbeeld een patrouille in het nauw wordt gebracht door lokale strijders.
De operatie Enduring Freedom in Afghanistan heeft tot doel het gehele land terug te brengen onder het centrale gezag in Kabul. In het noorden en het westen en in het gebied in en rond de hoofdstad is dat al goeddeels gelukt. Deze regio’s zijn inmiddels overgedragen aan de ISAF onder leiding van de NAVO, die er via provinciale reconstructieteams (PRT’s) het dagelijkse leven probeert te normaliseren en de wederopbouw te vergemakkelijken.
In het zuiden en oosten, vooral langs de grens met Pakistan is het verzet echter nog hardnekkig en wordt er met enige regelmaat nog flink gevochten. Daarnaast staat de opiumteelt en de handel in heroïne een volledig herstel van de rechtstaat nog flink in de weg.