IMF acht solide groei economie mogelijk
Het jaar 2005 kan een degelijke groei van de wereldeconomie laten zien. Het tempo van de achteruitgang die halverwege vorig jaar als gevolg van de hoge olieprijzen inzette, neemt af. De energiemarkt blijft wel een bedreiging voor de welvaart vormen.
Dat schrijft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in zijn ”World Economic Outlook”, het halfjaarlijkse rapport over de vooruitzichten voor de wereldeconomie. Het rapport is verschenen aan de vooravond van de bijeenkomst van IMF en Wereldbank in Washington komend weekeinde.
Het IMF liet eerder deze maand weten dat de dure olie de groei van de wereldeconomie met ongeveer 0,8 procent afremt. De instelling verwacht nu voor dit jaar een groeipercentage van 4,3, na 5,1 procent in het afgelopen jaar. In 2006 kan de economie met 4,4 procent iets harder groeien dan dit jaar.
De groei is niet echt evenwichtig, aldus het IMF. De Verenigde Staten doen het beter dan mocht worden aangenomen na een economische dip, terwijl China een economische bedrijvigheid laat zien die ondanks tegengas van de overheid nog altijd uitbundig is. Daarentegen stelt de groei in Europa en Japan teleur, onder meer als gevolg van een tegenvallende binnenlandse vraag en het achterblijven van de export.
Nederland haalt dit jaar een economische groei van 1,5 procent, tegen 1,3 procent in het afgelopen jaar. Het IMF zit daarmee iets hoger dan het Centraal Planbureau (CPB), dat kortgeleden een percentage van 1,4 noemde. De inflatie zal 1,4 procent zijn, evenveel als in 2004.
Eerder deze week kwam een IMF-analyse van het beleid van de regering-Balkenende naar buiten. Daarin staat onder meer dat de basis van de Nederlandse economie is versterkt en dat de groei in 2006 de 2,2 procent kan halen. Hervorming van de WAO moet doorgaan en meevallers mogen alleen worden gebruikt om de staatsschuld en het begrotingstekort te verkleinen, aldus het IMF.
Voor heel Europa houdt het IMF de groei dit jaar op 1,6 procent. De grootste Europese economie, Duitsland, zal niet verder komen dan 0,8 procent. De percentages van 2004 lagen op respectievelijk 2 en 1,7.
Voor de VS ziet het IMF, hoewel het land het beter doet dan verwacht, dit jaar een groei van 2,6 procent, tegen 3,4 procent vorig jaar. China komt in 2005 uit op een sterke toename van de economische bedrijvigheid van 8,5 procent, na 9,5 procent in het afgelopen jaar. Voor Japan zit er dit jaar een magere groei in het vat: 0,8 procent. In 2004 wist het land zijn economie nog uit te breiden met 2,6 procent.
De olieprijs, die op het ogenblik een negatieve factor vormt, blijft moeilijk te voorspellen. Gezien de grote vraag in China en India houdt het IMF het erop dat de prijs voorlopig wel hoog zal blijven, ook al omdat de reservecapaciteit waarmee de productie kan worden vergroot, erg klein is.
Over de inflatie maakt het fonds zich geen zorgen, hoewel de hoge olieprijzen het percentage wel wat opdrijven. De situatie op de financiële markten is volgens het IMF gunstig, gezien de lage rentetarieven die de prijsstijgingen in toom houden. Dat de rente in de VS geleidelijk aan het stijgen is, is geen reden voor bezorgdheid.
De ontwikkelingslanden als geheel overtroffen in 2004 de verwachtingen. Ze zullen ook dit jaar hard groeien. Het IMF noemt een groeipercentage van 6,5 voor 2005. In 2004 kwam de groei op 7,2 procent te staan.
In sommige Aziatische ontwikkelingslanden maakte de it-sector vorig jaar een sterke achteruitgang door. De economische groei in de derde wereld zal dit jaar voor een deel door de verdere gang van zaken in de it-sector worden bepaald. De tsunami van december vorig jaar heeft in sommige landen een hoge tol geëist, maar de gevolgen ervan zullen in de ontwikkeling van de economie als geheel nauwelijks merkbaar zijn.