Verdachte Serviërs in Den Haag
De voormalige vice-premier van Joegoslavië, Nikolai Sainovic, is donderdag in Den Haag aangekomen. In hetzelfde toestel zat ook Momcilo Gruban.
Sainovic en Gruban hebben zich gemeld bij het Joegoslavië-tribunaal. De twee behoren tot de zes door het VN-hof gezochte Serviërs die lieten weten zich vrijwillig in Den Haag te zullen melden.
Ruim een week geleden meldde de Joegoslavische generaal Dragoljub Ojdanic zich bij het tribunaal. Hij was chef-staf in het Joegoslavische leger tijdens de oorlog in Kosovo. Ojdanic heeft inmiddels verklaard onschuldig te zijn.
Met de komst van Nikola Sainovic naar Den Haag heeft het Joegoslavië-tribunaal een van de breinen achter het brute Servische optreden in Kosovo in handen gekregen. Als getrouwe van president Milosevic schopte de toenmalige Joegoslavische vice-premier Sainovic het tot speciale afgevaardigde voor Kosovo.
Sainovic wist als fanatiek en vooraanstaand lid van de Servische Socialistische Partij (SPS) door te dringen tot de partijtop en de directe kringen rond Milosevic. Als vertrouweling van de president en als doorgewinterd politicus knapte hij verscheidene ’gevoelige klusjes’ op voor zijn baas. Hij coördineerde niet alleen het Kosovo-beleid van Milosevic en Belgrado, maar was in februari 1999 ook een van de kopstukken van de Joegoslavische delegatie tijdens de vredesonderhandelingen in het Franse Rambouillet.
Momcilo Gruban werd al meer dan zeven jaar gezocht door het Joegoslavië-tribunaal. Zijn naam komt voor in een van de eerste aanklachten die het in 1993 opgerichte VN-hof heeft uitgevaardigd.
In februari 1995 klaagde toenmalig hoofdaanklager Richard Goldstone een groep van negentien Bosnische Serviërs aan wegens misdaden in Omarska. Dat was een kamp in het Noordwest-Bosnische district Prijedor, waar in 1992 duizenden moslims en Kroaten werden opgesloten. In Omarska werd gemoord, gemarteld en verkracht.
Gruban gaf volgens de tenlastelegging leiding aan een groep bewakers. Gruban wordt ervoor verantwoordelijk gehouden dat hij misdaden van ondergeschikten niet heeft voorkomen of bestraft.