Gods wet
De ijzeren sluitboom van Gods wet kan het hart van een natuurlijk mens niet met kracht openen. Al de vervloekingen die uit haar mond vliegen, maken niet meer indruk dan een bal tegen een marmeren muur. De mensen spelen met de hel en handelen of zij hun eigen dood liefhebben en met de hel een verbintenis hebben gesloten.O, die verhardende en verblindende kracht van de zonden. De gouden sleutel van vrije genade kan deze hindernissen niet wegnemen en de harten voor Christus openen. „Wij hebben u op de fluit gespeeld en gij hebt niet gedanst.”
De liefelijke geluiden van genade, barmhartigheid en vergeving spreken de dode harten van de ongelovigen niet aan. Zij stoppen hun oren om die liefelijke stem niet te horen. Geen werken van de voorzienigheid zijn in zichzelf voldoende om de harten van mensen voor Christus te openen. De oordelen kunnen het ook niet.
Duizenden mensen zijn ziek geworden van het tuchtigen, doch dat kan hen niet ziek maken van de zonde. „Gij hebt hen verteerd, maar zij hebben geweigerd de tucht aan te nemen. Zij hebben hun aangezicht harder gemaakt dan een steenrots.”
De boodschappers van het oordeel worden niet geloofd. De barmhartigheden van God behoren u te leiden tot bekering.
John Flavel, predikant te Dartmouth (Toetsteen der oprechtigheid, 1744)