Dat bleek dinsdag uit de reactie van minister Donner van Justitie op kritische vragen van D66- kamerlid Van der Laan. Volgens haar heeft het openbaar ministerie de indruk gewekt dat gelovigen meer mogen dan niet-gelovigen. Donner ontkende dat met klem.

Aanleiding voor Van der Laan om Donner naar de Kamer te roepen, was het besluit van het openbaar ministerie niet in actie te komen tegen de drie boeken ”Fatwas of muslim women”, ”De weg van de moslim” en ”Gids voor islamitische opvoeding”. In die boeken wordt niet alleen aangegeven hoe homo’s uit de weg moeten worden geruimd, maar worden ook vrouwen en joden gediscrimineerd. Het OM heeft het gelaten bij een waarschuwing aan de uitgever van de ”Gids voor islamitische opvoeding” de antisemitische passages te verwijderen dan wel onleesbaar te maken.

Het besluit om niet te vervolgen verdedigt het OM met een verwijzing naar de godsdienstige context. Van der Laan leidde daaruit af dat de vrijheid van meningsuiting voor gelovigen ruimer is dan voor niet-gelovigen. Volgens Donner is dat een misvatting. Als politici uitspraken doen die beledigend zijn, kan het OM op dezelfde wijze besluiten niet te vervolgen vanwege de politieke context.

Het in bezit hebben van de omstreden moslimboeken, waarvan de inhoud dateert uit de zevende en de veertiende eeuw, is op zich niet strafbaar, betoogde Donner. Hij wees erop dat er in bibliotheken en boekhandels een veelheid aan eeuwenoude teksten is te vinden. Als de inhoud botst met de huidige strafrechtnormen, ontstaat er volgens Donner doorgaans pas een probleem zodra de teksten met een bepaald doel worden voorgelezen.

SGP’er Van der Staaij hield Donner voor dat een van de boeken een gids is met richtlijnen waarnaar mensen moeten leven. Donner zei daarop dat dit ook voor talloze oude geschriften geldt, waarbij hij met name die van Augustinus noemde.