Airborne Museum gaat verbouwen
Het Airborne Museum in Oosterbeek gaat ingrijpend verbouwen en moderniseren. Het museum krijgt ondergronds een tentoonstellingsruimte van 800 vierkante meter. Aan de buitenkant wordt villa Hartenstein, waarin het museum is gevestigd, hersteld in de oude staat van vóór september 1944.
Dat heeft penningmeester P. Tirion dinsdag gezegd. Volgens Tirion gaat de verbouwing 4 tot 5 miljoen euro kosten. Het is de bedoeling dat de renovatie klaar is voordat in 2009 de 65e herdenking van de Slag om Arnhem plaatsheeft. Het museumbestuur hoopt met de uitbreiding en de verbouwing nieuw publiek naar de Oosterbeekse villa te trekken, aldus Tirion.
In 1944 namen de geallieerden onder leiding van de Britse generaal Urquhart hun intrek in Hartenstein tijdens de dramatisch mislukte Slag om Arnhem. Na de oorlog is de kapotgeschoten villa hersteld en ingericht als museum ter herdenking aan de bevrijdingsoperatie.
Het Airborne Museum is tientallen jaren heel populair geweest, maar de laatste jaren loopt het bezoekersaantal terug. „We willen nu andere groepen bezoekers gaan trekken. Logischerwijs komen er steeds minder veteranen die de Slag om Arnhem nog hebben meegemaakt. Na de renovatie willen we in het museum onder meer aandacht gaan schenken aan de rol van de Poolse bevrijders en hun generaal Sosabowski. Die zijn altijd een beetje onderbelicht gebleven”, zegt Tirion.
Maar ook aan Duitse zijde is steeds meer belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog. Het museumbestuur wil daarom ook ruimte maken voor de strijd van de bezetters van toen.
De inrichting van het Airborne Museum oogt nu door ruimtegebrek enigszins rommelig. Bovendien is de villa vanwege allerlei trappen slecht toegankelijk voor mindervaliden.
Na de verbouwing kleeft aan de achterzijde van het pand een glazen panoramalift. Bezoekers komen in de nieuwe onderverdieping binnen en lopen dan een route waarbij ze logisch geordende informatie krijgen over de bevrijding van Nederland in de Tweede Wereldoorlog.
„We willen ook veel meer jongeren trekken. Oorlog, bezetting en vrijheid zijn van alle tijden. Onze educatieve functie moet aanzienlijk worden versterkt, want in andere oorlogsmusea komen wel veel scholen”, zo stelt Tirion.