Hoge straffen geëist tegen vuilnisverwerkers
Tegen vijf werknemers van Sita Re Energy vuilverbranding in Roosendaal zijn voor de rechtbank in Breda dinsdag hoge straffen geëist. De mannen worden ervan verdacht vanaf 1998 drugs en sigaretten, die voor vernietiging bestemd waren, te hebben verduisterd en doorverkocht.
Officier van justitie P. Emmen eiste tegen de 26–jarige L.G. uit Steenbergen zes jaar gevangenisstraf, vijf jaar tegen de 35–jarige R.W. uit Roosendaal en tegen 39–jarige L.K. uit Fijnaart vier jaar cel.
De twee hoofdverdachten in deze zaak, de 40–jarige D.S. uit Roosendaal en de 41–jarige J. de B. uit Bergen op Zoom hoorden zeven jaar cel tegen zich eisen. Iedereen in de rechtszaal was verbijsterd over de forse eisen, enkele verdachten barstten in tranen uit.
De vuilverwerkers bekenden heroïne, cocaïne, amfetamine, hasj en een grote hoeveelheid XTC–pillen uit de ovens hebben gehaald. De drugs werden door politiemensen in de trechters van de verbrandingsoven gegooid. Volgens de verdachten gingen de ambtenaren soms meteen weg waardoor zij de drugs uit de trechter konden halen vooraleer ze met huisvuil werden vermengd.
„Dat het toezicht niet optimaal was geef ik toe, maar deze heren hebben drugs, die justitie met heel veel geld en moeite heeft onderschept, weer terug op de markt gebracht. Voor deze corruptie moet een flinke straf volgen", aldus de officier van justitie.
De advocaten van de verdachten stelden dat het Openbaar Ministerie zijn onvermogen in deze zaak in deze zaak probeerde te verdoezelen. Hun cliënten zijn volgens de raadslieden het slachtoffer van fouten bij Sita zelf en bij de politie die niet volgens een bepaalde procedure werkten. Ook zou justitie in Breda al in 2000 getipt zijn over malversaties bij de Roosendaalse verbrandingsoven, stelde de verdediging.
De rechter doet op 26 april uitspraak.