VVD: Bedrijven mogen onder CAO-afspraken uit
De VVD wil dat de minister van Sociale Zaken vergaande mogelijkheden krijgt om te voorkomen dat werknemers aanvullingen op het ziektegeld ontvangen. De minister zou CAO-afspraken onverbindend moeten kunnen verklaren.
Dat betekent dat de loonaanvulling alleen nog geldt in bedrijven die zijn aangesloten bij een organisatie die de CAO met de vakbonden heeft afgesloten.
Demissionair staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken presenteerde het plan woensdag. Hij sprak in zijn hoedanigheid als VVD-politicus. Zijn voornemen is geen standpunt van het paarse kabinet. Het volgende kabinet zou dat moeten regelen, aldus Hoogervorst.
De VVD vindt de zogenoemde bovenwettelijke aanvulling van het loon bij ziekte geen goede zaak omdat het werknemers niet stimuleert weer aan de slag gaan. Op eerdere, iets minder vergaande plannen van de VVD om de loonaanvulling te beteugelen, reageerden de vakbonden al woedend. Het uiteindelijke doel van de maatregel is dat minder mensen de WAO instromen.
Ook wil de VVD de WAO-boete voor bedrijven met minder dan 25 werknemers afschaffen. Volgens Hoogervorst pakt het boetesysteem in principe gunstig uit voor het midden- en kleinbedrijf omdat zij veel minder dan grotere bedrijven te maken hebben met arbeidsongeschiktheid. Maar als kleinere bedrijven worden getroffen, is de klap meteen een stuk zwaarder. Die kan dan oplopen tot 6 procent van de loonsom. Ook is het voor de kleine bedrijven vaak moeilijker preventiebeleid te ontwikkelen.
De organisatie voor middelgrote en kleine bedrijven MKB-Nederland reageert niet enthousiast op het VVD-plan over het ziektegeld. „Dit gaat heel ver. Het ontneemt organisaties de kans om centrale afspraken te maken. Zonder die afspraken creër je concurrentievervalsing en verstoort het de verhouding op de werkvloer”, verwacht arbeidsmarkt-deskundige A. van Delft van MKB.
Verder is de werkgeversorganisatie nog altijd voor afschaffing van alle WAO-boetes. MKB vindt het systeem met zogeheten Pemba-boetes onrechtvaardig, omdat arbeidsongeschiktheid ook buiten het werk kan ontstaan. „Elke handreiking is een stap in de goede richting. Maar waarom ligt de grens bij 25 werknemers en niet bij 50 of 75?”, aldus Van Delft.