Wereldkundig
De felle anti-Japanse betogingen die dit weekeinde in China werden gehouden, vormen het onderwerp van commentaren en analyses in diverse kranten in de regio. De poging van Japan om in de Veiligheidsraad te komen, schoolboekjes waarin Japanse oorlogsgruwelen worden weggemoffeld, en de claim op enkele eilandjes tussen China en Japan zijn de aanleiding voor de protesten.
Asian Wall Street Journal
Een van de scherpste commentaren is te lezen in de Asian Wall Street Journal. China heeft een enorme klont boter op zijn hoofd als het protesteert tegen vervalsing van het Japanse oorlogsverleden, vindt de krant.
„Hoezo Chinese kritiek op het wegmoffelen van Japanse oorlogsgruwelen in nieuwe schoolboeken? vraagt de commentator zich af. Lees wat de autoriteiten in China zeggen over de vreedzame studentenopstand van 1989 op het Plein van de Hemelse Vrede: dat was een gewelddadige opstand. Het neerslaan ervan wordt in Chinese geschiedenisboekjes niet genoemd; het heet daar slechts herstel van de kalmte. Dat zo’n 30 miljoen Chinezen eind jaren ’50, begin jaren ’60 van honger stierven als gevolg van wanbeleid tijdens Mao Zedongs Grote Sprong Voorwaarts zul je ook nergens tegenkomen. Wel dat de Verenigde Staten de Korea-oorlog zijn begonnen met een invasie”, en dat speciale FBI-agenten Amerikaanse arbeiders stelselmatig onderdrukken weet ook iedere Chinees.” De krant deelt nog meer prikken uit richting Chinezen. Zo hoorden journalisten Chinese betogers roepen dat China een boycot van Japanse producten moet beginnen. Intussen stonden diezelfde betogers wel te bellen met een mobieltje dat is gemaakt door Sony-Ericsson, van onvervalste Japanse makelij dus. Anderen stonden te filmen met een camera van Panasonic, of van Matsushita ook allebei Japans. Of ze maakten foto’s met een Nikon foto-camera.
Taiwan News
Die dubbelheid in de Chinees-Japanse relatie wordt ook belicht door die andere Chinezen, woonachtig op het eiland Taiwan. In de Taiwan News wordt een pijnlijk dilemma gesignaleerd dat evengoed geldt in de relatie tussen Taiwan en het vasteland: de nauwe economische samenwerking tussen Japan en China verdraagt geen politieke ruzies.
Dit kan de eeuw van Azië worden, begint de krant, tenzij de leiders en beleidsmakers in deze regio er een potje van maken. Ze moeten juist de handen ineen slaan om de economische groei verder te versterken. China en Japan vormen nu een voor beiden vruchtbare economische combinatie van enerzijds Japanse rijkdom en technologie en anderzijds Chinese lage lonen. Zo heeft Japan grote delen van zijn assemblage-industrie naar China overgebracht en gaan goedkope Chinese producten richting Japan, waar ze helpen de kosten van het levensonderhoud van de burgers te verlagen. Maar politieke schermutselingen zitten die vruchtbare symbiose behoorlijk in de weg. Waarom op korte termijn geen topconferentie van Japan, China en Korea? vraagt de krant zich af.
Chinese Volksdagblad
De door de Chinese regering gecontroleerde krant Chinese Volksdagblad, heeft voor de verandering een Japanse studente uitgenodigd om haar mening te ventileren. Of ze na haar commentaar nog in Japan welkom is, valt te betwijfelen.
Geen wonder dat de Chinezen negatief denken over Japan, schrijft ze. Herinneringen aan de oorlog zijn hier in China nog zo levendig en ik respecteer die gevoelens jegens ons Japanners volledig.” Ze laat de Chinezen verder weten dat lang niet iedereen het in Japan met het beleid van de Japanse premier Koizumi eens is. De meeste Japanners die ik ken zien China als een grote mogendheid met een briljante toekomst in het vooruitzicht, en ook ik hoop dat China weer net zo’n sterke macht wordt als het ooit was. Het Chinese volk verdient het, en: heel Azië zal profiteren.”
Japan Times
De Japanse pers laat zich ook niet ongemoeid als het gaat om het laten horen van de ”stem van het volk”, al klinken deze geluiden wat gematigder dan die van de dame in de Chinese krant.
Wanneer zullen de Japanse, Chinese en Koreaanse haviken eens beseffen dat mensen meer tellen dan een paar onbewoonde eilandjes? luidt het commentaar in een ingezonden brief. Waarom wordt er zo veel haat gekweekt enkel om het bezit te claimen van enkele stukken land in de Japanse Zee en de Oost-Chinese Zee? Laten China en Korea toch eens begrijpen dat hun pijn over het Japanse oorlogsverleden niet wordt verzacht door het verkrijgen van enkele verlaten eilandjes.” Verder doen ze er goed aan, aldus de briefschrijver, om aansluiting te zoeken bij al die Japanners die wel begrip hebben voor de Chinese pijn over de oorlog, en dat zijn er meer dan de groep ultrarechtse Japanners die agressieve taal uitslaat.
In de Japan Times verder een opiniestuk van de Amerikaanse Azië -kenner Tom Plate. Hij gooit het over een heel andere boeg. Een permanent lidmaatschap van Japan in de Veiligheidsraad is een noodzakelijke stap voor de VN als organisatie: een nieuw samenstelling van de V-raad is van belang om de organisatie meer slagkracht in de toekomst te geven. Verder heeft Plate een waarschuwing aan het adres van Peking: Japan als een paria in een hoek drijven is pas echt gevaarlijk, want dan zal dit land wel agressief terugslaan. Maar opgenomen in de internationale fora en deelnemend aan instellingen als de VN zal Japan een vreedzaam en beschaafd land blijven.
Bangkok Post
Tenslotte de Bangkok Post, dé krant van Thailand. In een commentaar wordt de ruzie tussen ’Chinks’ en ’Japs’ vergeleken met conflicten over het al of niet lid worden van de V-Raad elders in de wereld: tussen Pakistan en India, tussen Italie en Duitsland, en Argentinie en Brazilie.
Volgens de krant zijn al dit soort conflicten diepgeworteld in racistische haat, en om die reden zullen ze waarschijnlijk nooit opgelost worden. Intussen zeggen de voortetterend Chinese ressentimenten jegens Japan meer over het gebrek aan leiderschap in het China van vandaag dan over Japan. Het is weliswaar terecht om te stellen dat Japan een oorlogsschuld heeft openstaan, maar kennelijk geven de Chinezen er de voorkeur aan om als reactie de weg van de minste weerstand te kiezen.