Kerk & religie

Inbeelding

12 April 2005 08:39Gewijzigd op 14 November 2020 02:26

Er is nog een belemmering die Christus de ingang tot de ziel ontzegt. Het is de gewoonte van zondigen. Op den duur heeft de zonde zich zo vastgezet in de ziel, dat alle argumenten om onze pas te veranderen zijn weggevaagd door de kracht van de gewoonte. Want zal ook een moorman zijn huid veranderen? Of een luipaard zijn vlekken?Dokters vinden het een zware taak om een kwade gewoonte van een lichaam te genezen. Iedere herhaalde handeling van de zonde bevestigt en versterkt de gewoonte. Daardoor komt het dat wij zo weinig bekeringen zien in de oude dag.

Een volgende belemmering waardoor Christus’ ingang in de ziel wordt weerstaan, is de zonde van inbeelding. Wanneer de mensen zich inbeelden dat hun staat reeds goed is, gaat hun ziel nooit naar een Zaligmaker uit. Dit was de verwoesting van Laodicéa: „Want gij zegt: Ik ben rijk en verrijkt geworden en heb geen dings gebrek…”

Deze vervloekte inbeelding blijkt uit drie dingen. In de eerste plaats denken velen ten onrechte dat zij genade hebben omdat zij de gedaante voor het wezen aanzien. Een noodlottig bedrog, dat bij vele duizenden nooit ontdekt wordt voordat het te laat is. Zij matigen zich aan dat zij Gods barmhartigheid vinden zullen, want alle zaligmakende barmhartigheden Gods worden de mensen door Christus geschonken in de weg van wedergeboorte en geloof.

John Flavel, predikant te Dartmouth (Toetssteen der oprechtigheid, 1744)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer