Aanleiding is de onduidelijkheid over Amerikaanse maïs. Het maïs bevat mogelijk het genetisch aangepaste type BT–10 dat niet in de Europese Unie is toegelaten. Gen–zaadfabrikant Syngenta heeft het zaad sinds 2001 abusievelijk geleverd aan Amerikaanse boeren.

Veevoer met maïs is belangrijk voor de Nederlandse varkenssector. „Als het tot een importstop komt, stijgen de prijzen hoogstwaarschijnlijk", stelt de woordvoerder van land– en tuinbouworganisatie LTO–Nederland.

Van hongerende varkens zal geen sprake zijn. Van de 3 miljoen ton die jaarlijks Europa binnenkomt, gaat 1 miljoen ton naar Nederland. Voor de Nederlandse boeren is het onderdeel van totaal 14 á 15 miljoen ton voer. „Alternatieven zijn tapioca, sojaschroot, graan of maïsgluten van elders", aldus de LTO–woordvoerder.

Het Productschap Diervoeder meldt dat het omstreden maïstype BT–10 ook is geplant in Argentinië en Japan. BT–10 bevat een gen dat resistent kan maken tegen bepaalde anti–biotica.

De Commissie Genetische Modificatie (Cogem) noemt het maandag in een brief aan staatssecretaris Van Geel van Milieu „onacceptabel” dat de Amerikaanse autoriteiten en Syngenta de Europese Commissie niet tijdig en volledig hebben ingelicht over de BT–10 maïs. Dergelijke incidenten schaden het vertrouwen van burgers en consumenten, vindt de commissie die het Rijk adviseert over de milieurisico’s van gentech gewassen.

In de „verontruste brief” pleit Cogem voor betere opsporingsmethoden voor gentech ingrediënten. Op basis van de „beperkte gegevens” schat de commissie in dat de verboden maïs nu geen groot gevaar voor het milieu heeft opgeleverd.